Het GLB voor jouw situatie inzichtelijk

We snappen dat je het nieuwe GLB verwarrend vindt. Daarom helpen we je graag om de informatie wat compacter te maken. Jij kiest de situatie die voor jou geldt. Wij geven je de bijbehorende informatie. Met een video, of met een stukje tekst. Net wat jij prettig vindt. Heb je alle situaties uitgeklapt die voor jou relevant zijn? Dan is dat jouw samenvatting van de basisregels waaraan je moet voldoen om aanspraak te kunnen maken op de basispremie. Geïnteresseerd in de eco-regeling? Dan leiden we je daarvoor helemaal onderaan naar een andere pagina.

GLMC 1: Blijvend grasland

Ik heb geen percelen blijvend grasland en ook nooit gehad:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 1.

Ik heb percelen blijvend grasland of ik had het in de afgelopen jaren:

De blijvend grasland-eis is een landelijke eis en deze kennen we ook al uit het voorgaande GLB. Alleen als het landelijk niveau blijvend grasland met 5% daalt ten opzichte van 2018, komen er verplichtingen op bedrijfsniveau. Je zult dan misschien een vergunningsplicht krijgen voor het omzetten van blijvend grasland naar bouwland of je zult landbouwgrond moeten terug omzetten als dit in het verleden blijvend grasland is geweest.

GLMC 2: Veenweiden en wetlands

Ik heb geen niet-vrij-afwaterende veengrond die 1 meter boven NAP ligt:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 2.

Ik heb niet-vrij-afwaterende veengrond die 1 meter boven NAP ligt:

Zit je op niet-vrij-afwaterende veengrond en ligt dit ongeveer één meter boven NAP (het Normaal Amsterdams Peil)? Dan moet je je houden aan het Peilbesluit. Oftewel niet afwijken van het vastgestelde waterpeil in jouw gebied. Maar hier hield je je waarschijnlijk al aan, want deze regel is niet nieuw. 

 

GLMC 3: Verbod verbranden stoppels

Ik heb geen bouwland waarbij na de oogst stoppels blijven staan:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 3.

Ik heb bouwland waarbij na de oogst stoppels blijven staan:

Deze regel kende je waarschijnlijk al uit het voorgaande GLB. Als er stoppels blijven staan na de oogst van een gewas, mag je de stoppels niet verbranden. Een uitzondering wordt gemaakt wanneer je een vergunning hebt voor ziektebestrijding. 

GLMC 4: Bufferstroken langs waterlopen

Ik heb geen percelen die aan sloten grenzen:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 4.

Ik heb percelen die aan sloten grenzen:

Als jouw percelen grenzen aan sloten, hanteer je bufferstroken. De breedte hangt ervan af of je Ecologisch kwetsbare wateren, Kaderrichtlijn Water wateren of overige wateren hebt. RVO stelt een referentielaag in de Mijn Percelen applicatie beschikbaar zodat je kunt zien wat voor jou geldt. Op de bufferstrook mag je geen mest of gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Beweiden en maaien is toegestaan. De bufferstrook telt niet mee in je mestplaatsingsruimte. Je hoeft geen ander gewas te telen dan de hoofdteelt.  

GLMC 5: Erosie tegengaan

Ik zit niet in een gebied in Limburg dat is aangewezen voor erosie bescherming:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 5.

Ik zit in een gebied in Limburg dat is aangewezen voor erosie bescherming:

Om erosie te voorkomen bewerk je de grond tot minimaal 15 cm en je wist trekkersporen. Percelen met een hellingspercentage van 18% of meer gebruik je alleen als grasland. Percelen met een hellingspercentage van 2% of meer en een hellingslengte van 50 meter of meer ploeg je ondiep. Ook pas je het mulchsysteem toe en meld je maatregelen en buffervoorziening. 

GLMC 6: Bodem minimaal bedekken

Ik zit op kleigrond:

De bodem bedekken. Dat doe je in de zomer wanneer een perceel uit productie is genomen. Uiterlijk 31 mei zaai je een groenbedekker en deze laat je tot minimaal 31 augustus staan. In deze periode mag je de bodem ook bedekken met gewassen of gewasresten. 

Op kleigrond zorg je ervoor dat minimaal 80% van je bouwland tussen 1 augustus en 30 november minimaal 8 weken lang bedekt is. 

Ik zit op zand en/of lössgrond:

De bodem bedekken. Dat doe je in de zomer wanneer een perceel uit productie is genomen. Uiterlijk 31 mei zaai je een groenbedekker en deze laat je tot minimaal 31 augustus staan. In deze periode mag je de bodem ook bedekken met gewassen of gewasresten. 

Op zand en lössgrond teel je in de winter op bouwland een vanggewas van 1 oktober tot 1 februari (tenzij je een wintergewas teelt). 
Let op: in het filmpje hoor je nog dat dit ook geldt voor veengrond, maar dit is inmiddels gewijzigd.

Ik zit op meerdere grondsoorten:

De bodem bedekken. Dat doe je in de zomer wanneer een perceel uit productie is genomen. Uiterlijk 31 mei zaai je een groenbedekker en deze laat je tot minimaal 31 augustus staan. In deze periode mag je de bodem ook bedekken met gewassen of gewasresten.  

Op kleigrond zorg je ervoor dat minimaal 80% van je bouwland tussen 1 augustus en 30 november minimaal 8 weken lang bedekt is.

Op zand en lössgrond teel je in de winter op bouwland een vanggewas van 1 oktober tot 1 februari (tenzij je een wintergewas teelt). Let op: in het filmpje hoor je nog dat dit ook geldt voor veengrond, maar dit is inmiddels gewijzigd.

GLMC 7: Gewassen op bouwland roteren

Van al mijn landbouwareaal bestaat minimaal 75% uit grassen:

Ik zit niet op zand- of lössgrond 

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 7.

Ik zit (gedeeltelijk) op zand- of lössgrond 

Op zand- en lössgrond teel je eens in de vier jaar een rustgewas. Je teelt dus tussen 2023 en 2026 in ieder geval 1x een rustgewas per perceel op zand- of lössgrond. Met ingang van 2027 wordt deze regel aangescherpt en is het verplicht om eens in de 3 jaar een rustgewas te telen. 

Van al mijn bouwland areaal bestaat minimaal 75% uit tijdelijk grasland, kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemigen:

Ik zit niet op zand- of lössgrond:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 7. 

Ik zit (gedeeltelijk) op zand- of lössgrond:

Op zand- en lössgrond teel je eens in de 4 jaar een rustgewas. Je teelt dus tussen 2023 en 2026 in ieder geval 1x een rustgewas per perceel op zand- of lössgrond. Met ingang van 2027 wordt deze regel aangescherpt en is het verplicht om eens in de 3 jaar een rustgewas te telen.

Ik boer volledig biologisch:

Ik zit niet op zand- of lössgrond:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 7. 

Ik zit (gedeeltelijk) op zand- of lössgrond:

Op zand- en lössgrond teel je eens in de 4 jaar een rustgewas. Je teelt dus tussen 2023 en 2026 in ieder geval 1x een rustgewas per perceel op zand- of lössgrond. Met ingang van 2027 wordt deze regel aangescherpt en is het verplicht om eens in de 3 jaar een rustgewas te telen. 

Ik heb niet minimaal 75% grasland en boer ook niet volledig biologisch, en ik zit in de regio Oldambt of Hoeksche Waard en teel wintergewassen:

Ik zit niet op zand- of lössgrond:

Je hebt minimaal 3 teelten. Het grootste gewas is maximaal 75% van je bouwland, het kleinste gewas is minimaal 5% van je bouwland. Het grootste gewas is wintertarwe, wintergerst, winterkool of winterraapzaad.

Ik zit (gedeeltelijk) op zand- of lössgrond:

Je hebt minimaal 3 teelten. Het grootste gewas is maximaal 75% van je bouwland, het kleinste gewas is minimaal 5% van je bouwland. Het grootste gewas is wintertarwe, wintergerst, winterkool of winterraapzaad. 

Op zand- en lössgrond teel je eens in de 4 jaar een rustgewas. Je teelt dus tussen 2023 en 2026 in ieder geval 1x een rustgewas per perceel op zand- of lössgrond. Met ingang van 2027 wordt deze regel aangescherpt en is het verplicht om eens in de 3 jaar een rustgewas te telen.

Ik heb niet minimaal 75% grasland en boer ook niet volledig biologisch, ik zit niet in de regio Oldambt of Hoeksche waard en teel geen wintergewassen:

Ik zit niet op zand- of lössgrond:

Je past gewasrotatie toe op 1/3 van je bouwlandareaal. Op perceelniveau teel je sowieso in het vierde jaar een ander gewas als hoofdteelt. Een vanggewas na een hoofdteelt wordt ook gezien als gewasrotatie.

Ik zit (gedeeltelijk) op zand of lössgrond:

Op zand- en lössgrond teel je eens in de vier jaar een rustgewas. Je teelt dus tussen 2023 en 2026 in ieder geval 1x een rustgewas per perceel op zand- of lössgrond. Met ingang van 2027 wordt deze regel aangescherpt en is het verplicht om eens in de 3 jaar een rustgewas te telen.

Je past, ook op klei- en veengrond, gewasrotatie toe op 1/3 van je bouwlandareaal. Op perceelniveau teel je sowieso in het vierde jaar een ander gewas als hoofdteelt. Een vanggewas na een hoofdteelt wordt ook gezien als gewasrotatie

GLMC 8: Niet productieve bouwland, landschapselementen en snoeien

Van al mijn landbouwareaal bestaat minimaal 75% uit grassen, kruidachtige voedergewassen of natte teelt:

In het algemeen geldt: Het is verboden om heggen en bomen te snoeien in de periode van 15 maart tot en met 15 juli en in het geval buiten die periode in een heg of boom door vogels wordt gebroed. 

Van al mijn bouwland areaal bestaat minimaal 75% uit tijdelijk grasland, kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemigen:

In het algemeen geldt: Het is verboden om heggen en bomen te snoeien in de periode van 15 maart tot en met 15 juli en in het geval buiten die periode in een heg of boom door vogels wordt gebroed. 

Ik boer volledig biologisch én heb niet meer dan 10 hectare bouwland:

In het algemeen geldt: Het is verboden om heggen en bomen te snoeien in de periode van 15 maart tot en met 15 juli en in het geval buiten die periode in een heg of boom door vogels wordt gebroed. 

Ik heb niet minimaal 75% grasland en boer ook niet volledig biologisch met minder dan 10 hectare bouwland:

In het algemeen geldt: Het is verboden om heggen en bomen te snoeien in de periode van 15 maart tot en met 15 juli en binnen het broedseizoen. 

GLMC 9: Ecologisch kwetsbaar blijvend grasland beschermen

Ik heb geen blijvend grasland dat ligt een Natura 2000-gebied:

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 9.

Ik heb blijvend grasland dat ligt in een Natura 2000-gebied:

Ecologisch kwetsbaar blijvend grasland in Natura 2000-gebieden (volgens de Habitatrichtlijn) mag je niet ploegen en omzetten. Dit deed je waarschijnlijk al niet, want deze regel is niet nieuw. Is het een Natura 2000-gebied volgens de Vogelrichtlijn, dan mag je 1 keer in de 10 jaar ploegen. 

GLMC 10: Bufferstroken langs droge waterlopen

Ik heb geen percelen die grenzen aan droogvallende sloten (droog tussen 1 april en 1 oktober):

Je hoeft geen rekening te houden met GLMC 10.

Ik heb percelen die grenzen aan droogvallende sloten (droog tussen 1 april en 1 oktober):

Naast droogvallende sloten hanteer je een bufferstrook van 1 meter breed. Op de bufferstrook mag je geen mest en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Beweiden en maaien is toegestaan. De bufferstrook telt niet mee in je mestplaatsingsruimte. Je hoeft geen ander gewas te telen dan de hoofdteelt.

Eco-regeling

Je kunt ervoor kiezen om deel te nemen aan de eco-regeling. Met de keuze uit 25 activiteiten kun je de benodigde punten behalen en ken je jezelf een extra premie toe. Klik op onderstaande button om meer te lezen over de activiteiten.

Instructies

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) biedt een aantal tools voor het overnemen van landschapselementen en het overnemen of intekenen van bufferstroken. Hiervoor hebben we 3 intructievideo’s gemaakt. Je vindt ze via onderstaande button.