Algemeen

Verhuur multifunctionele centra belast met btw?

17 aug. 2017

De verhuur van onroerende zaken is volgens de hoofdregel vrijgesteld van btw. In sommige gevallen kunnen huurder en verhuurder kiezen voor belaste verhuur. De huurder moet het gehuurde onroerend goed dan wel gebruiken voor activiteiten waarvoor hij bijna volledig recht op aftrek van voorbelasting heeft. Oftewel de 90%-eis.

Verhuur ruimten in MFC, buurt- en dorpshuizen

Multifunctionele centra en buurt- en dorpshuizen (hierna mfc) verhuren regelmatig zalen en andere ruimten aan bedrijven, instellingen en particulieren. Vaak wordt hiervoor de vraag gesteld of de verhuur belast is met btw of juist vrijgesteld is. Veel mfc’s worden geëxploiteerd door stichtingen.

Mfc’s beperken zich meestal tot de ter beschikking stelling van de ruimten en horecaexploitatie in het mfc. Deze centra organiseren zelf geen activiteiten die als sociale of culturele activiteiten kunnen worden aangemerkt.

Sociaal-culturele organisatie of verhuurder onroerende zaken

De Wet Omzetbelasting (Ob) kent een aantal vrijstellingen. Voor het antwoord op bovenstaande vraag zijn de volgende 3 vrijstellingen van belang:

  • verhuur van onroerende zaken (11-1-b Wet Ob)
  • diensten en levering van sociale of culturele aard (11-1-f Wet Ob)
  • leveringen en diensten van bijkomende aard door organisaties die zijn vrijgesteld op grond van artikel 11-1-c,d,e,f,o of t Wet Ob, die zijn aan te merken als fonds wervende activiteiten ter verkrijging van financiële steun voor de sociale of culturele instelling zelf (11-1-v Wet Ob)

Als fondsenwervende activiteiten in het kader van de vrijstelling van 11-1-v Wet Ob, wordt ook aangemerkt de horeca-exploitatie door een sociale of culturele instelling. Wat opvalt, is dat de verhuurder van onroerende zaken geen gebruik kan maken van de vrijstelling voor fondsenwervende activiteiten.

Ruimte voor Horecaonderneming in mfc

Een sociale of culturele instelling kan voor de horeca-exploitatie een beroep doen op de vrijstelling voor fondsenwervende activiteiten. Deze vrijstelling is niet onbeperkt. Bovendien worden horeca-activiteiten in dit verband aangemerkt als de levering van goederen.

Voor leveringen van goederen die als fondsenwervend worden aangemerkt, geldt een wettelijke vrijstelling tot een omzet van maximaal € 68.067 per jaar. Specifiek voor de horeca-omzet staat de staatssecretaris een verruiming toe.

Organisaties die de prestaties genoemd in 11-1-c,d,e,f,o of t Wet Ob. verrichten, kunnen een beroep kunnen doen op de zogenaamde kantineregeling. De kantineregeling komt er op neer dat de instelling (als zij dit wil) de kantine-omzet tot een omzet van maximaal € 68.067 kan vrijstellen van btw. Voor de overige fondsenwervende leveringen behoudt zij de wettelijke vrijstelling van € 68.067. Voorwaarde is dat de kantine-omzet niet hoger mag zijn dan € 68.067. Wordt de grens van de kantineregeling overschreden? Dan wordt de kantine-exploitatie, maar ook de andere fondsenwervende leveringen belast met btw omdat bij overschrijding van de grens van de kantineregeling uiteraard ook de wettelijke grens voor alle leveringen samen wordt overschreden.

Naast de vrijstelling voor fondsenwervende leveringen geldt ook voor fondsenwervende diensten een wettelijke vrijstelling tot maximaal € 22.689 per jaar.

Zoals gezegd kan een organisatie die uitsluitend zalen en of ruimten ter beschikking stelt geen gebruik maken van deze vrijstellingen omdat deze organisaties zijn vrijgesteld op grond van 11-1-b Wet Ob. Gevolg is dan ook dat de horeca-exploitatie door dergelijke instellingen in beginsel belast is met btw.

Verhuur zalen (verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte)

Bij de verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte (vergaderruimte) is meestal sprake van kortdurende verhuur aan steeds wisselende huurders. Deze huurders hebben niet in dezelfde mate recht op btw-aftrek.

Voor ondernemers die vergaderruimte verhuren, is het in de praktijk vrijwel niet mogelijk om bij kortdurende verhuur bij steeds wisselende huurders na te gaan of deze voldoen aan de voorwaarden voor belaste verhuur (zie verhuur algemeen).

Vanwege deze praktische problemen is het volgende goedgekeurd. Onder voorwaarden wordt goedgekeurd dat de verhuur vergaderruimte wordt belast met btw zonder dat de verhuurder en de huurder hiervoor hoeven te kiezen.

Voorwaarden voor deze goedkeuring zijn:

  1. de huurder huurt vergaderruimte voor maximaal 1 maand
  2. de huurder gebruikt de gehuurde ruimte uitsluitend als congres-, vergader- en/of tentoonstellingsruimte
  3. de verhuurder maakt aan de huurder duidelijk kenbaar dat de verhuur van de ruimte belast plaatsvindt, dit kan de verhuurder bijvoorbeeld doen door een vermelding op de prijslijst of een bepaling in de huurovereenkomst
    Met een beroep op deze goedkeuring kan de verhuur van ruimten die als vergaderruimte worden gebruikt, belast worden met btw. De verhuurder behoudt daarmee zijn recht op aftrek. Ook in deze situatie is sprake van een goedkeuring en kan de verhuur uiteraard vrijgesteld van btw plaatsvinden.

Verhuur zalen voor gebruik anders dan vergaderen

Uit bovenstaande kan worden opgemaakt dat gebruik, anders dan vergaderruimte, is vrijgesteld omdat geen gebruik kan worden gemaakt van de goedkeuring. Dit is dan bijvoorbeeld gebruik van een oefenruimte voor muziek- en toneelverenigingen, kaartclubs, bruiloften en partijen. De enige uitweg aan de vrijstelling is dan de optie voor belaste verhuur per huurder, wat slechts zeer beperkt mogelijk zal zijn.

Uitzondering: gelegenheid geven tot sportbeoefening

Op grond van de Wet Omzetbelasting is het gelegenheid geven tot sportbeoefening aan anderen dan leden belast met btw. De exploitatie van bijvoorbeeld sporthallen, zwembaden, bowlingbanen door een mfc is dan ook belast met btw, met als gevolg dat alle voorbelasting in aftrek kan worden gebracht.

Standpunt belastingdienst mfc’s en btw

Bij de terbeschikkingstelling van een multifunctionele ruimte (waarin bijvoorbeeld gelegenheid is om te vergaderen, doceren of overleggen) geldt als uitgangspunt dat sprake is van verhuur. Dit is slechts anders als naast de terbeschikkingstelling van de ruimte andere handelingen worden verricht waardoor het passieve karakter van de verhuur verloren gaat. Daartoe is vereist dat de terbeschikkingstelling en de andere handelingen één prestatie vormen en dat het passieve karakter van de verhuur verloren gaat doordat de verhuur niet meer de overwegende prestatie is. Anders gezegd, de ene handeling, waarvan de terbeschikkingstelling van de ruimte onderdeel uitmaakt, heeft niet langer in hoofdzaak de passieve terbeschikkingstelling ten doel. Dit moet worden beoordeeld vanuit het standpunt van de gemiddelde consument. Als diensten slechts bijkomend zijn hebben zij geen invloed op de aard van de prestatie van de hoofddienst. Als de hoofddienst de verhuur van een onroerende zaak is, dan kunnen bijkomende diensten daar dus niet aan afdoen. Van bijkomende diensten is sprake wanneer een dienst geen doel op zich is maar een middel om de hoofddienst van de dienstverrichter zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Bij de terbeschikkingstelling van een multifunctionele ruimte worden naast de ruimte vaak ook andere voorzieningen aangeboden. Daarvan kan, al dan niet verplicht, gebruik van worden of moeten gemaakt. Voorbeelden zijn:

  • de schoonmaak
  • bewaking
  • EHBO-voorziening
  • catering
  • terbeschikkingstelling van (schrijf)materiaal
  • beamer en geluidsinstallatie of
  • kluisjes

Voor de btw-heffing moet worden beoordeeld of door deze handelingen het passieve karakter van de verhuur verloren gaat. Dit is niet het geval voor diensten die zelfstandig in aanmerking moeten worden genomen naast de verhuur. Dit is hier aan de orde voor de schoonmaak en bewaking, zoals in het btw-besluit is gemeld. Deze prestaties hebben daarom geen invloed op de duiding van de apart in acht te nemen verhuurprestatie. Bijkomende prestaties beïnvloeden het passieve karakter van de hoofdprestatie, de verhuur, evenmin. Dat is hier aan de orde voor de terbeschikkingstelling van (schrijf)materiaal, beamer en geluidsinstallatie. Vanuit de modale consument gezien zijn deze afzonderlijke diensten immers niet overheersend. Hetzelfde geldt voor een EHBO-voorziening en eenvoudige catering (bijvoorbeeld koffie, thee en water). Meer luxe catering (bijvoorbeeld broodjes, snacks, e.d.) moet als afzonderlijke prestatie in aanmerking worden genomen, die aan de terbeschikkingstelling van de ruimte ook niet het karakter van verhuur ontneemt. De terbeschikkingstelling van een kluisje dient in eerste instantie als een bijkomstige dienst te worden aangemerkt. In zo een geval is dan ook sprake van een verhuurprestatie.

Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant

In een situatie die juist gaat over de veel voorkomende vraag of de verhuur van ruimten in een mfc die ook voor andere activiteiten dan vergaderen worden gebruikt moet worden aangemerkt als vrijgestelde verhuur of juist als een andersoortige btw-belaste dienst (verhuur+) vanwege de bijkomende aanvullende diensten heeft Rechtbank Zeeland zich uitgesproken.

De rechtbank is van oordeel dat het geheel van de activiteiten met betrekking tot de vergaderruimten die de exploitant verricht voor de gebruikers als 1 prestatie moet worden beschouwd. De rechtbank is van mening dat deze samengestelde dienst niet is aan te merken als de verhuur van een onroerende zaak, maar moet deze worden aangemerkt als een dienst van eigen aard. De rechtbank overweegt daartoe dat de genoemde handelingen net als de daarmee samenhangende personele inzet erop is gericht om de verschillende soorten specifiek gebruik van de vergaderzalen door de gebruikers te faciliteren. De rechtbank acht hierbij tevens van belang dat de vergaderruimten steeds voor een bepaalde periode ter beschikking staan en voor de volgende periode aan een ander ter beschikking staan. Zoals belanghebbende ter zitting heeft gesteld is haar dienstverlening in dit verband bijvoorbeeld gericht op het bieden van een omgeving die het mogelijk maakt te vergaderen, te trouwen of te bridgen. Naar het oordeel van de rechtbank is deze dienstverlening belast met btw.

Gevolgen voor de praktijk

Voor mfc’s die ruimte ter beschikking stellen aan verenigingen, stichtingen, ondernemers en particulieren en hiervoor (geheel of deels) zijn vrijgesteld van btw terwijl een met btw belaste terbeschikkingstelling vanuit btw-oogpunt voordeliger is omdat recent is geïnvesteerd, kunnen met een beroep op de uitspraak van de rechtbank wellicht veranderen van belastingregime (van vrijgesteld naar belast) door ter behoud van rechten bezwaar in te dienen tegen de laatste ingediende btw-aangifte.

Meer weten?

Heb jij net nieuw gebouwd, verbouwd of is sprake van omvangrijke investeringen? En wil je alsnog (een deel van) de voorbelasting terugvragen?

Vul het contactformulier in of neem contact op met jouw adviseur.

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten voor passend advies / offerte