Vrijgestelde bedrijven
Bedrijven met meer dan 75% grasland, braak en/of vlinderbloemige gewassen zijn vrijgesteld van de strikte gewasrotatie. Ben je vrijgesteld? Dan mag je de verplichting op bouwland invullen door een korte of vroeg geoogste teelt te verbouwen, gevolgd door een onbemest vanggewas dat vóór 1 september is gezaaid.
Voor maïspercelen wordt dit vaak ingevuld met ‘100 dagen maïs’. Het is niet toegestaan om het vanggewas door middel van onderzaai te telen. Je moet het vanggewas na de oogst van het hoofdgewas daadwerkelijk zaaien.
Vooruitkijken naar 2026
Ook als je vrijgesteld bent, is het slim om vooruit te kijken naar 2026. In dat jaar is er namelijk geen derogatie meer, waardoor het aantrekkelijk kan lijken om grasland te scheuren én meer bouwland te gebruiken. Maar let op: hierdoor vervalt je vrijstelling op de verplichte rustgewassen. Je moet alsnog op percelen waar de afgelopen 3 jaar maïs is geteeld een rustgewas telen.
Dit wordt extra uitdagend, omdat het in 2026 waarschijnlijk lastiger wordt om grasland om te zetten naar maisland. Dit komt onder andere door een mogelijke graslandnorm voor de melkveehouderij of blijvende grasland-normen (GLMC 1).
Niet-vrijgestelde ondernemers en continu maïs telen
Ben je niet vrijgesteld? Dan moet je eens in de 4 jaar een ander hoofdgewas telen om te voldoen aan de rustgewassenverplichting. Continu maïs telen op hetzelfde perceel is dan geen optie meer. Ook niet als je ‘100-dagen maïs’ met een vanggewas teelt: het hoofdgewas blijft immers hetzelfde en voldoet niet aan de rotatie-eis.
Zorg dus dat je op tijd plant om te voorkomen dat je in 2026 op al je percelen verplicht een rustgewas moet telen.
Meer weten?
Vraag je je af hoe jij het beste kunt omgaan met de rustgewassenverplichting in jouw bouwplan? Neem dan contact op met één van de agro-specialisten van Countus.
