Schriftelijk bewijs grondgebruik
Krijg je voor de Gecombineerde opgave een controle op het feitelijk gebruik van je opgegeven landbouwgrond? Dan wordt voortaan een schriftelijk bewijs opgevraagd bij steekproeven. Wat heb je hiervoor nodig? Een korte verklaring met een handtekening van de betrokken partijen is voldoende. Neem bij het opstellen van dit schriftelijke bewijs de risico’s mee van bijvoorbeeld het pachtrecht. Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met je adviseur.
Wijzigingen direct doorgeven
Wijzigt er na je opgave iets in oppervlakte of uitvoering van de GLMC’s (Goede Landschap- en Milieucondities) of de eco-regeling? Voer deze aanpassing dan direct door in Mijn percelen én in de Gecombineerde opgave. In 2023 gold dit ook al, maar dit jaar wordt er gerichter op gecontroleerd met het Areaal Monitoring Systeem (AMS).
Gewijzigde condities
In 2024 hebben we nog steeds 10 GLMC’s, maar enkelen zien er wel iets anders uit.
Gewassen op bouwland roteren (GLMC 7)
Tenzij je meer dan 75% grasland hebt of wanneer meer dan 75% van je bouwland tijdelijk grasland is, ben je verplicht om gewassen te roteren op je bouwland. Ongeacht grondsoort. Dit betekent:
- Elk jaar op 1/3 van je bouwlandareaal een ander hoofdgewas telen of een volgteelt na de hoofdteelt
- Iedere 4 jaar op elk bouwlandperceel een ander hoofdgewas telen
Op zand- en lössgrond moet je, zonder uitzondering, eens per 4 jaar een rustgewas telen op bouwland. Vanaf 2027 is dit 1 keer per 3 jaar.
Niet productieve bouwland, landschapselementen en snoeien (GLMC 8)
Heb je minder dan 75% grasland of is minder dan 75% van je bouwland tijdelijk grasland? Dan moet je 4% van het bouwland niet-productief laten. Hier mag je geen productieve gewassen telen en geen land beweiden. Wel kun je in 2024 kiezen voor het inzetten van braak, stikstofbindende gewassen, vanggewassen of een combinatie hiervan. Gewasbeschermingsmiddelen zijn dan niet toegestaan.
Niet-productieve areaal heeft beperkte mogelijkheid tot het inzetten van eco-activiteiten.
Bufferstroken langs droge waterlopen (GLMC 10)
In GLMC 10 wordt nu onderscheid gemaakt tussen een droge sloot en een droogvallende sloot. Naast een droge sloot, die het hele jaar droogstaat, hoef je geen bufferstrook te hanteren. Een droogvallende sloot staat alleen tussen 1 april en 1 oktober droog. Daar is een bufferstrook van 1 meter vereist.
Droge sloten maken onderdeel uit van de landschapselementen waterdelen.
Gewijzigde eco-regeling
In 2023 was het hebben van 4,5 punten per hectare 1 van de instapeisen van de eco-regeling. Dit was een versoepeling die dit jaar niet meer geldt: je moet 5 punten per hectare scoren. Aan een aantal gewaslijsten zijn nieuwe gewassen toegevoegd en je kunt 3 nieuwe eco-activiteiten kiezen. Daarnaast zien de activiteiten er ook niet allemaal hetzelfde uit. We lichten de veranderingen toe.
Weidegang
Kies je in 2024 voor weidegang? Dan heb je een verklaring nodig van Qlip als certificerende instantie. Meld je op tijd aan bij Qlip, voordat je begint met weiden. Je weid in ieder geval gedurende 120 dagen. Maar om de vereiste 1.500 uur of 2.500 uur te halen, moet je waarschijnlijk al eerder starten.
Groene braak
Voor Groene braak zijn de voorwaarden in 2024 strikter. De periode zonder gewasbeschermingsmiddelen en mest moet minimaal 9 maanden zijn in plaats van 6. Staat het gewas langer dan 9 maanden? Dan gebruik je ook in die periode geen chemische gewasbeschermingsmiddelen. Een andere vereiste is dat het betreffende perceel vorig jaar geen blijvend grasland mag zijn geweest.
Vezelgewassen
De waarde van de eco-activiteit vezelgewassen is in regio 1 flink gestegen van € 129 in 2023 naar € 720 in 2024. De vezelgewassen kunnen ook helpen om voldoende punten te halen op biodiversiteit nu het lastiger wordt om te voldoen aan de eisen van verlengde weidegang.
Rustgewassen
Voldoen aan deze eco-activiteit? Dan moeten de te telen rustgewassen op de gelijknamige gewassenlijst staan. Ook bij mengsels mag je alleen gewassen gebruiken die op de lijst staan. In 2023 mocht 1/3e van een mengsel nog ontbreken op de lijst. De lijst is dit jaar echter wel uitgebreid met onder andere bladrammenas, Japanse haver en gele mosterd.
Biologische bestrijding
Nematoden en bacteriepreparaten zijn – net als steriele insectentechniek of feromoonverwarring – nu ook toegestaan voor de eco-activiteit biologische bestrijding.
Precisiebemesting
Precisiebemesting is een nieuwe eco-activiteit. Afhankelijk van de soort mest kies je een GPS gestuurde strooier, zodenbemester of spuitmachine. Je moet aantonen dat je zelf over een machine beschikt die kan meten, beslissen en uitvoeren. Of dat een loonwerker de bemesting heeft toegepast. Zorg dat je een taak- of resultaatkaart hebt van iedere toepassing.
Precisiegewasbescherming
Een andere nieuwe eco-activiteit is precisiegewasbescherming. Ook hiervoor moet je zelf de juiste machines hebben. Of je moet kunnen aantonen dat het werk door een loonwerker is verricht. Houd zelf een register bij van de gebruikte middelen én bewaar de taakkaart of resultaatkaart.
Fertigatie
Ook nieuw op de lijst met eco-activiteiten is fertigatie. Met fertigatie dien je kunstmest of andere producten toe via een irrigatiesysteem. Houd ook hier zelf bij welke meststoffen je toedient.
Regiokaart
De regiokaart bepaalt of je bedrijf in regio 1 of in regio 2 valt. Afhankelijk van de regio heb je een bepaald puntendoel en een bepaalde waarde per eco-activiteit. De nieuwe regiokaart vind je hier.
Algemeen
Doe je mee aan het ANLb? Er is een nieuw pakket beschikbaar: Meerjarig kruidenrijke akkerrand op bufferstrook. In de regeling zeldzame huisdierenrassen komt de Blauwe Texelaar niet meer in aanmerking voor subsidie. Het Nederlandse bonte schaap daarentegen juist wel.
Meer weten?
Het nieuwe GLB blijft een complexe regeling. Heb je vragen over het aanvragen van premie in 2024? Of wil je sparren over het toepassen van eco-activiteiten? Wij hebben een goede tool – anders dan de stimulatietool van RVO – in huis waarmee jouw adviseur je kan helpen jouw situatie in beeld te brengen voor 2024. Neem contact met ons op, helpen je graag.