1. Beoordeel je winstpositie
Aan het eind van het jaar heb je meer zicht op je winst. Controleer of deze overeenkomt met je verwachtingen. Zit je net in het hoogste belastingtarief? Dan kan het slim zijn om je winst te verlagen, bijvoorbeeld door geplande investeringen naar voren te halen. Let hierbij wel op de invloed op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kia).
Denk ook andersom: verwacht je dat je dit jaar in een lager belastingtarief valt dan volgend jaar? Dan kan het juist aantrekkelijk zijn om je winst te verhogen. Dit is extra interessant omdat de mkb-winstvrijstelling in 2024 wordt verlaagd van 13,31% naar 12,7%.
Daarnaast hebben inkomensafhankelijke heffingskortingen invloed op de te betalen belasting. Laat je goed adviseren over het effect hiervan.
Tip
Valt je winst anders uit dan verwacht? Vraag op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan. Hiermee voorkom je 7,5% belastingrente en kun je je vermogen in box 3 verlagen. Dit voordeel is vooral interessant als je vermogen uit beleggingen bestaat.
2. Welke beloning voor je meewerkende partner?
Werkt je partner mee in de zaak zonder in loondienst te zijn? Je hebt dan 2 opties:
- Meewerkaftrek: een percentage van je winst op basis van het aantal meegewerkte uren.
- Arbeidsbeloning: een reëel uurloon, minimaal € 5.000 per jaar, waarover je partner zelfstandig belasting betaalt.
Met een arbeidsbeloning kan je partner heffingskortingen benutten, zoals de algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dit is vooral interessant als je partner te weinig eigen inkomen heeft om deze kortingen volledig te benutten.
Let op
De meewerkaftrek heeft geen invloed op het inkomen van je partner, maar een arbeidsbeloning wel. Deze wordt zelfstandig belast, inclusief premies voor de zorgverzekeringswet (zvw). Bereken wat voor jullie het voordeligst is. Je mag jaarlijks wisselen tussen beloningsvormen. Zorg er wel voor dat je een arbeidsbeloning schriftelijk vastlegt en daadwerkelijk uitbetaalt.
Optimaliseer je kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kia)
Investeren in je bedrijf kan niet alleen je onderneming vooruithelpen, maar ook fiscale voordelen opleveren. Als je in 2024 in totaal minimaal € 2.801 investeert in bedrijfsmiddelen (met een minimumprijs van € 450 per middel), kom je mogelijk in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (kia). Dit kan oplopen tot 28% van het investeringsbedrag als je totale verplichtingen tussen € 2.801 en € 69.765 liggen.
De kia is een mooie manier om je belastingdruk te verlagen. Investeer je bijvoorbeeld € 10.000, dan levert dit tot € 2.800 aan extra aftrek op. Kom je net onder de drempel van € 2.801, dan kan het voordelig zijn om geplande uitgaven iets naar voren te halen. Ook het spreiden van investeringen over meerdere ondernemingen kan extra aftrek opleveren.
Praktische tips:
- Zorg dat je bedrijfsmiddelen op tijd in gebruik neemt of voldoende aanbetaalt om de aftrek in 2024 te kunnen benutten.
- Betaal minimaal 25% van de investering binnen 12 maanden, anders vervalt het recht op aftrek.
- Houd rekening met uitzonderingen: niet alle middelen komen in aanmerking voor de aftrek, denk aan personenauto’s die niet voor beroepsvervoer worden gebruikt.
Neem bij twijfel contact op met je adviseur om de mogelijkheden te bespreken en een planning te maken.
4. Vorm een herinvesteringsreserve (hir)
Heb je winst gemaakt door de verkoop van een bedrijfsmiddel? Een herinvesteringsreserve (hir) kan helpen om belasting over deze winst uit te stellen. Dit werkt als volgt: je boekt de winst op een reserve en investeert binnen 3 jaar in een nieuw bedrijfsmiddel voor minimaal hetzelfde bedrag als de verkoopprijs. De aankoopprijs van dit nieuwe middel wordt dan verlaagd met de gereserveerde winst, waardoor je belastingbesparing behaalt.
Een hir kan gunstig zijn, maar is niet altijd de beste keuze. Verwacht je dat je toekomstige winst in een hoger belastingtarief valt? Dan kan het voordeliger zijn om nu af te rekenen. Bovendien gelden er strikte voorwaarden:
- Je moet op de balansdatum een herinvesteringsvoornemen hebben, bijvoorbeeld aangetoond door offertes of investeringsplannen.
- Het vervangende middel moet vaak dezelfde functie hebben als het verkochte middel. Denk bijvoorbeeld aan vastgoed dat niet zomaar vervangen mag worden door een ander type pand.
Tip
Heb je door omstandigheden, zoals de coronacrisis, vertraging opgelopen bij herinvesteren? Overleg dan met je adviseur. De belastingdienst gaat daar in veel gevallen coulant mee om.
5. Laat je herinvesteringstermijn niet verlopen
Heb je in het verleden een herinvesteringsreserve (hir) gevormd? Zorg dan dat je de termijn om te herinvesteren niet laat verlopen. Een hir uit 2021 moet je vóór 31 december 2024 benutten. Doe je dit niet, dan valt de reserve vrij en wordt deze bij je winst opgeteld en dat leidt tot extra belasting. Investeer dus op tijd in een vervangend bedrijfsmiddel.
Er zijn een aantal uitzonderingen op de gebruikelijke termijn van 3 jaar:
- Je hebt meer tijd nodig door de aard van het bedrijfsmiddel. Bijvoorbeeld bij een investering in een chemische fabriek waarvoor complexe vergunningen nodig zijn.
- Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Denk aan vertragingen buiten jouw schuld, zoals een gemeente die een bouwvergunning niet tijdig afgeeft. In dit geval moet je wel kunnen aantonen dat je al stappen hebt ondernomen.
- Coronacrisis als uitzondering. De Belastingdienst heeft aangegeven ruimhartig om te gaan met vertragingen door de coronacrisis. Als je door de pandemie niet tijdig hebt kunnen herinvesteren, blijft de hir in veel gevallen gereserveerd tot de situatie genormaliseerd is. Zorg wel dat je kunt aantonen dat er al een begin is gemaakt met de uitvoering.
Tip
Heb je een grote hir en dreigt de termijn te verlopen? Overleg dan met je adviseur en stem eventuele uitstelverzoeken tijdig af met de Belastingdienst. Hiermee voorkom je verrassingen en eventuele belastingheffing.
6. Voorkom verliesverdamping
Oude verliezen in box 1 kun je verrekenen met inkomsten uit de 3 voorafgaande jaren en de 9 volgende jaren. Maar verliesverrekening heeft een houdbaarheidsdatum: als de termijn verloopt, verdampt je verlies en kun je het niet meer gebruiken.
Als je merkt dat een verlies dreigt te verdampen, kun je overwegen om je winst bewust te verhogen. Dit kan door:
- Bepaalde uitgaven of kosten uit te stellen naar volgend jaar.
- Omzet eerder te realiseren, bijvoorbeeld door geplande verkopen naar voren te halen.
7. Zet je stakingswinst om in een lijfrente
Staak je je onderneming in 2024? Dan krijg je te maken met stakingswinst: de boekwinst op bedrijfsmiddelen en reserves die je hebt opgebouwd. Om directe belastingheffing te voorkomen, kun je deze winst omzetten in een lijfrente.
Hoe dit werkt? Je stort de stakingswinst als lijfrentepremie. Als je deze premie uiterlijk 30 juni 2025 betaalt, is deze nog aftrekbaar in 2024. Je verlaagt hiermee niet alleen de belasting over de stakingswinst, maar creëert ook een inkomensvoorziening voor de toekomst.
Belangrijke aandachtspunten:
- Over de te zijner tijd uit te keren lijfrente betaal je premie voor de zorgverzekeringswet (zvw).
- Het fiscale voordeel geldt niet voor alle lijfrentesoorten: stakingslijfrentes worden minder gunstig behandeld dan lijfrentes voor de fiscale oudedagsreserve (for). Overleg met je adviseur om dubbele heffingen te voorkomen.
8. Houd rekening met toeslagen
Als ondernemer kun je met slimme winstplanning niet alleen belasting besparen, maar ook je recht op toeslagen beïnvloeden. Dit is met name relevant als je verwacht dat je volgend jaar toeslagen krijgt, zoals huurtoeslag of kinderopvangtoeslag.
Toeslagen zijn inkomensafhankelijk. Als je door bijvoorbeeld aftrekposten of investeringen je inkomen verlaagt, kan dit je recht op toeslagen vergroten. Stel dat je inkomen in 2024 net boven de grens ligt, dan kan het lonen om aftrekposten naar voren te halen en zo onder die grens te komen.
Stel dat je volgend jaar een huurwoning betrekt en gebruik gaat maken van kinderopvang voor 2 kinderen. Door je winst in 2024 met € 10.000 te verlagen, daalt je inkomen van € 40.000 naar € 30.000. Dit kan zomaar € 2.400 aan extra toeslagen opleveren.
Let op
Schuif alleen met inkomsten en aftrekposten als dit financieel haalbaar is en als het verschil de moeite waard is. Laat je hierin goed adviseren.
9. Bijtelling delen met je partner?
Gebruiken jij en je partner een zakelijke auto die ook privé wordt gereden? Dan kun je overwegen om de bijtelling te verdelen. Dit is vooral interessant als je partner in een lagere belastingschijf valt.
De gezamenlijke belastingdruk hangt ook af van de invloed op heffingskortingen. Door de bijtelling deels aan je partner toe te wijzen, kunnen heffingskortingen toenemen of juist afnemen. Bereken daarom vooraf wat de financiële impact is in jullie specifieke situatie.
Belangrijke aandachtspunten:
- De verdeling van de bijtelling is alleen toegestaan als je kunt aantonen dat je partner de auto daadwerkelijk gebruikt voor werk én privé.
- Verdeel de bijtelling naar rato van het werkelijke gebruik. Dit moet aannemelijk zijn, bijvoorbeeld met een rittenadministratie of andere documentatie.
Tip
Laat je adviseur een berekening maken om te zien of het verdelen van de bijtelling belastingvoordeel oplevert. Zo voorkom je verrassingen bij de aangifte.
Meer weten?
Benieuwd hoe je optimaal gebruik maakt van deze belastingvoordelen? Neem dan contact op met onze mkb-adviseur. We helpen je graag!
