Met name de melkveehouderij, maar ook in mindere mate de intensieve veehouderij, worden genoemd als de grootste vervuilers in de landbouw. De totale landbouw is verantwoordelijk voor 60% van de stikstofuitstoot in Nederland. Van de totale emissiedoelstellingen voor de landbouw komt 80% voor rekening van de veehouderij (in stallen). Voor grasland en plantaardige teelt is dit 20%.
De gevolgen zullen voor de akkerbouw minder voelbaar zijn dan voor de veehouderij. Maar dat neemt niet weg dat ook de akkerbouw verantwoordelijk wordt gehouden voor de stikstofreductie.
Omschakelen
Niet alleen minister van der Wal, maar ook minister Staghouwer schreef een brief: ‘Perspectieven voor agrarische ondernemers’. Volgens Staghouwer is de huidige productiemethode in de veehouderij en in de plantaardige teelt achterhaald. De gehele landbouw en tuinbouw zal moeten omschakelen naar een verregaande verduurzaming van de teeltmethode. Dit in het kader van biodiversiteit, stikstof, klimaat en waterkwaliteit.
Van de plantaardige sector wordt verwacht om binnen kaders van een teeltsysteem te werken, waarin duurzaam gebruik van de bodem het uitgangspunt is. Voor de akkerbouw zal de nadruk vooral komen te liggen op:
• Minimale nitraatuitstoot naar grond- en oppervlaktewater
• Gezond bodemgebruik
• Minimaliseren van bestaande gewasbeschermingsmiddelen
Ook als akkerbouwer sta je dus voor een grote opgave om versnelt om te schakelen naar natuurinclusieve landbouw. Of kringlooplandbouw zoals de minister dit noemt. Het nieuwe beleid betekent dat je bouwplannen extensiever moet gaan inrichten. En vaak heeft dat grote economische gevolgen. Het huidige verdienmodel wordt met het nieuwe beleid verder onder druk gezet.
Kansen
Zijn er dan helemaal geen kansen? In zijn brief somt minister Staghouwer namelijk een aantal mogelijkheden op die kansen bieden. Er is een bedrag van 25 miljard euro uitgetrokken om de gehele duurzaamheidstransitie en stikstofreductie te financieren. Hierna zou een landbouw met perspectief moeten overblijven. De financiering bestaat met name voor de volgende onderdelen:
• Sanering en uitkoop van grond
• Een eerlijk verdienmodel voor de boer waar de ketenpartijen aan mee moeten betalen
• Geld voor innovatie en onderzoek
• Teelten van eiwitgewassen met een nieuw carbon CO2 verdienmodel
• Samenwerking grondgebruik veehouderij en akkerbouw
Dit moet leiden tot een duurzamere landbouw met een eerlijke prijs voor de producten, waardoor er een rendabel inkomen voor de boer moet worden gerealiseerd. De minister heeft aangegeven dat een eerlijk verdienmodel zelfs door hem kan worden afgedwongen als de ketenpartners er zelf niet uitkomen om deze te ontwikkelen.
Het zijn mooie kansen, maar ze zijn benoemt zonder goed onderbouwde aanpak. Perspectieven voor de landbouw zijn hiermee nog veel te mager.
Wat nu?
Op dit moment zijn de provincies aan zet. Zij zullen op hun niveau gaan kijken hoe de knelpunten rondom de stikstofreductie kunnen worden opgelost. Ze hebben hiervoor één jaar de tijd tot 1 juli 2023. Is na een jaar geen resultaat gerealiseerd? Dan zal de landelijke overheid de regie gaan overnemen.
Het staat vast dat de landbouw in de toekomst natuurinclusief gaat worden. Dat geldt óók voor de akkerbouw. Op welke manier dit precies wordt ingericht is alleen nog niet duidelijk. Blijf je als ondernemer in de akkerbouwsector constructief opstellen en hou het gesprek met de partijen gaande. Dan zijn de kansen groter om uiteindelijk samen een perspectiefvolle toekomst te creëren.
Meer weten over de stikstofplannen?
Wil je graag meer weten over stikstofplannen voor de akkerbouwsector, of heb je advies nodig over jouw specifieke situatie? Neem contact op met onze branchespecialist Akkerbouw Ruthger Steenbeek, hij helpt je graag.