Tarieven box 1: inkomen uit werk en woning
Het tarief in de 1e schijf gaat iets naar beneden, namelijk van 37,07% (2022) naar 36,93% (2023). Ook wordt de eerste tariefschijf verlengd naar € 73.031 (€ 69.398 in 2022).
Gewijzigde heffingskortingen
Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting. Dat is een korting op de inkomstenbelasting. Deze korting is inkomensafhankelijk. Dat betekent: hoe lager het inkomen, hoe hoger de korting. In 2023 gaat de algemene heffingskorting iets omhoog. Het is afhankelijk van het verzamelinkomen hoe de algemene heffingskorting wordt afgebouwd. Dit betekent dat naast het inkomen in box 1 (huidige situatie), ook het inkomen in box 2 en box 3 gaat meetellen.
Om de koopkracht te verbeteren, gaat ook de arbeidskorting vanaf 1 januari 2023 omhoog.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting vervalt vanaf 2025
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting speciaal voor alleenstaande ouders of voor de partner die het minst verdient en arbeid en zorg voor jonge kinderen combineert. Vanaf 1 januari 2025 wordt deze heffingskorting afgeschaft, behalve voor ouders met kinderen die voor 1 januari 2025 zijn geboren.
Omdat de IACK gaat vervallen, komt er een compensatie via de herziening van de kinderopvangtoeslag.
Snellere verlaging zelfstandigenaftrek
Heb je als ondernemer minimaal 1.225 uur gewerkt? Dan mag je een bedrag aftrekken van je winst. Dat noemen we de zelfstandigenaftrek. Met de zelfstandigenaftrek verlaag je het bedrag waarover je inkomstenbelasting bent verschuldigd. Deze zelfstandigenaftrek wordt opnieuw verder en sneller afgebouwd. Het idee hierachter is dat het verschil in de fiscale behandeling van werknemers en zelfstandigen hiermee kleiner wordt.
De maximale zelfstandigenaftrek bedraagt in 2023 € 5.030 (€ 6.310 in 2022). Voor 2024, 2025 en 2026 gaat de zelfstandigenaftrek naar respectievelijk € 3.750, € 2.470 en € 1.200. In 2027 zal de zelfstandigenaftrek uiteindelijk € 900 bedragen.
Geen middelingsregeling meer
Om het belastingstelsel vanaf 1 januari 2023 te vereenvoudigen, wordt de middelingsregeling afgeschaft. De middelingsregeling biedt een tegemoetkoming voor het progressienadeel dat kan ontstaan als je in aaneengesloten jaren een sterk wisselend inkomen in box 1 hebt.
Bij toepassing van de middelingsregeling tel je het inkomen uit box 1 van 3 aaneengesloten kalenderjaren bij elkaar op en deel je dit door 3. Daarna bereken je hoeveel belasting je in elk jaar over dit berekende gemiddelde inkomen zou moeten betalen. Je vergelijkt dit met de daadwerkelijk door jou betaalde belasting over die 3 jaren. Blijkt dat het verschil meer dan € 545 is? Dan kun je belasting terugvragen.
Er is overgangsrecht voor de jaren na 2022, maar dan moet je het aangiftejaar 2022 in het middelingstijdvak betrekken. De laatste tijdvakken waarover nog kan worden gemiddeld, zijn de aangiftejaren 2022, 2023 en 2024.
Tip!
Houd de termijn in de gaten, Een verzoek om middeling moet gedaan worden binnen 36 maanden nadat alle definitieve aanslagen van de kalenderjaren die je wilt middelen onherroepelijk vaststaan.
Tarieven box 2: aanmerkelijk belang
Het tarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verdeeld in 2 schijven: 24,5% over de eerste € 67.000 en 31% over het bedrag daarboven. In 2023 blijft het tarief voor box 2 gelijk aan het tarief in 2022, namelijk 26,9%.
Het tarief van box 2 geldt voor voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals het uitkeren van dividend aan de aandeelhouder (dga) in privé.
Let op!
Overweeg je om in 2022 nog een dividenduitkering te doen? Let dan wel goed op als je gebruik hebt gemaakt van steunmaatregelen in verband met corona. Bij bepaalde maatregelen mag je geen dividend uitkeren als je van de maatregel gebruikmaakt.
Let op!
Heb je een lening bij je bv die je niet hebt gebruikt voor je eigen van woning van meer dan € 700.000? Dan moet je deze lening voor 31 december 2023 teruggebracht hebben tot € 700.000. Dit kan door middel van een dividenduitkering, die je dan in 2022 of 2023 als box 2-inkomen in de heffing kunt betrekken (tarief 26,9%).
Tarieven box 3: sparen en beleggen
Het tarief van box 3 gaat in 2023 omhoog naar 32% (31% in 2022). Ook in 2024 en 2025 gaat het tarief van box 3 omhoog met 1%, naar respectievelijk 33% en 34%.
Het heffingsvrije vermogen gaat in 2023 omhoog naar € 57.000 (in 2022: € 50.650).
De heffingsgrondslag in box 3 wordt aangepast. De heffingsgrondslag van het vermogen van box 3 gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogens over 3 vermogensgroepen:
- Banktegoeden
- Overige bezittingen (denk aan beleggingen en onroerend goed)
- Schulden
Vervolgens wordt per vermogensgroep het forfaitaire rendement berekend:
Let op!
Het heffingsvrije vermogen van box 3 is niet van invloed op het wel of niet krijgen van toeslagen, zoals zorgtoeslag, huurtoeslag of het kindgebonden budget. Daar gelden lagere vermogensgrenzen voor.
Tip!
Ben je het niet eens met het geboden rechtsherstel voor de jaren 2017 tot en met 2022 omdat je daadwerkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement? Overleg dan met je adviseur over de mogelijkheden om bezwaar te maken.
Tarieven vennootschapsbelasting
De tarieven in de vennootschapsbelasting gaan omhoog en de schijflengtes omlaag. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt het tarief tot een belastbare winst van € 200.000 19% en daarboven 25,8%.
Tip!
Verwacht je dat de winst van een fiscale eenheid voor 2023 hoger is dan € 200.000? Dan kun je een tariefvoordeel behalen door de fiscale eenheid te verbreken. Dit komt doordat je dan meerdere keren gebruik kunt maken van het opstaptarief. Het lijkt misschien eenvoudig om het tariefvoordeel te berekenen, maar het verbreken van de fiscale eenheid kan mogelijk onvoorziene nadelen met zich meebrengen die niet tegen het tariefvoordeel opwegen. Bekijk dus tijdig of dit aantrekkelijk voor je is en overleg hierover met je adviseur.
Tip!
Val je met je belastbaar resultaat in de 1e schijf van de vennootschapsbelasting en kun je het maken van kosten uitstellen tot 2023? Dan kun je deze kosten aftrekken tegen 19%. Omzet kun je het beste realiseren in 2022, omdat deze omzet tegen 15% wordt belast.
Het gecombineerde tarief vennootschapsbelasting- inkomstenbelasting is als volgt:
Verhoging overdrachtsbelasting niet-woningen
Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting van niet-woningen gaat met ingang van 1 januari 2023 omhoog naar 10,4% (8% in 2022).
Het tarief voor woningen in eigen gebruik blijft 2%. De drempelvrijstelling van de overdrachtsbelasting voor woningen blijft ook gelijk. Deze geldt tot € 440.000 (vrijstelling 2023) voor kopers met een leeftijd tot 35 jaar.
Meer weten?
Wil je meer weten over wat de belastingplannen naar aanleiding van Prinsjesdag 2022 voor jou betekenen? Neem dan contact op met onze adviseurs, wij helpen je graag.