Agro

Wel of geen derogatie aanvragen?

29 dec. 2022

In 2022 kon je op de valreep nog derogatie aanvragen, de voorwaarden waren toen onveranderd. Voor 2023 en de jaren daarna zijn de voorwaarden nog niet bekend. Wel weten we inmiddels dat de gebruiksnorm van stikstof uit dierlijke mest wordt afgebouwd. Vraag jij dit jaar derogatie aan? Of ga je meer mais verbouwen? We geven je graag onze kijk hierop.

Afbouw gebruiksnorm stikstof

Van 2023 tot en met 2024 gaat de gebruiksnorm ieder jaar met 10 kg omlaag. In 2025 is de stap iets groter en in 2026 verdwijnt de derogatie volledig. Voor zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg gaat het om een afbouw vanaf 230 kg stikstof per hectare. Voor de rest van Nederland is dit een afbouw vanaf 250 kg stikstof per hectare (tabel 1).

Tabel 1: Gebruiksnorm stikstof per hectare

* Op basis van een analyse van de waterkwaliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) worden er nog extra gebieden toegevoegd aan de eerste groep. Deze zullen dus een lagere stikstofnorm hebben ten opzichte van de rest van Nederland.

In Natura 2000-gebieden en percelen in grondwaterbeschermingsgebieden gaat de afbouw zelfs een stap verder. Daar kan in 2023 al geen derogatie meer op worden aangevraagd. Vanaf 2024 kan dit ook gaan gelden voor percelen in een zone rondom Natura 2000-gebieden.

Voorwaarden

De voorwaarden voor het aanvragen van derogatie in 2023 en daarna zijn nog niet bekend. Wel zul je net als altijd een bemestingsplan moeten opstellen. Dit gaat trouwens ook gelden als je je niet voor derogatie aanmeldt. Vanaf 2023 moet ieder agrarisch bedrijf een bemestingsplan hebben, ook akkerbouwbedrijven. Daarnaast zal ook het aandeel grasland van belang blijven.

Geen derogatie, geen blijvend grasland?

Het is begrijpelijk dat je geen derogatie meer wilt aanvragen als deze toch over 3 jaar verdwijnt. Je zou dan in de komende jaren meer mais kunnen telen doordat je niet aan de 80% grasland-eis hoeft te voldoen. We horen zelfs over plannen om grasland om te zetten naar bouwland, om te voorkomen dat je blijvend grasland moet behouden. Of dat je geen derogatie aanvraagt om te voorkomen dat je bufferstroken moet gaan hanteren. Wij willen toch adviseren hier wat voorzichtig mee te zijn. Dit lichten we vanuit 3 oogpunten toe:

Blijvend grasland behouden

Vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) worden individuele maatregelen met betrekking tot blijvend grasland voorgeschreven als het aandeel blijvend grasland in Nederland te veel afneemt. Je zou dan bouwland, dat in het verleden grasland is geweest, terug moeten omzetten naar grasland. Het referentiejaar is echter niet bekend. In 2023 grasland omzetten naar bouwland is dus geen garantie dat je op deze percelen aan de maatregelen ontkomt. Daarnaast werkt het omzetten van blijvend grasland de individuele maatregelen uiteraard in de hand; als het aandeel blijvend grasland niet te veel daalt, komen er ook geen maatregelen.

Bufferstroken zonder mestruimte

Vanaf 2024 moet iedereen met percelen langs waterlopen bufferstroken gaan hanteren. Van 0,5 tot soms wel 5 meter breed. Deze bufferstroken mogen niet worden bemest en de oppervlakte telt ook niet mee voor de mestplaatsingsruimte. Dat kan oplopen tot een flinke beperking van je mestplaatsingsruimte. De bufferstroken staan echter los van derogatie. Ook zonder derogatie moet je bufferstroken gaan hanteren. Vanaf 2024 is dit verplicht vanuit het mestbeleid en vanaf 2023 is het al een voorwaarde vanuit het GLB. 

Voordeel behoud derogatie

Vraag je in 2023 geen derogatie aan, dan verlies je een aanzienlijk deel van je mestplaatsingsruimte ten opzichte van het verlies van 10 kg stikstof per hectare als je het wél aanvraagt. Laten we kijken naar een bedrijf met 120 GVE en 50 hectare grond. Stel dat dit bedrijf 535 m3 mest moest afvoeren in 2022. In 2023 verliest het 10 kg stikstofruimte per hectare. Daarmee komt het op een afvoer van 660 m3. Dat is een verschil van 125 m3. Maar vraagt het bedrijf géén derogatie aan, dan moet het maar liefst 1.535 m3 mest afvoeren. Het verschil tussen wel of geen derogatie aanvragen in 2023 is voor dit bedrijf 875 m3 mestafvoer (tabel 2).

Tabel 2: Berekening voor een bedrijf met 120 GVE, 50 ha grond, 9.000 kg melk/koe en een stikstofproductie van 14.640 kg

Boer-boer transport

Kon je voorheen je mest kwijt via boer-boer transport? Door de afbouw van derogatie kan het zijn dat je mest gewogen en bemonsterd moet gaan afvoeren. We laten dit zien met een voorbeeld van een bedrijf met 130 GVE, 50 hectare grond en 9.000 melk per koe. Dit bedrijf mag maximaal 1.414 kg fosfaat via boer-boer transport afvoeren, omdat dit 25% van de fosfaatproductie is, en de overige 75% kan op eigen landbouwgrond worden geplaatst. Het bedrijf had in 2022 een overschot van 840 m3 mest met 1.260 kg fosfaat. Dit mocht dus volledig boer-boer worden afgevoerd.

Met de afbouw van derogatie moet er op basis van stikstof meer mest worden afgevoerd en dus ook meer fosfaat. Het is niet vanzelfsprekend dat dit binnen de normen van boer-boer transport valt. Het voorbeeldbedrijf kon in 2022 840 m3 mest via boer-boer afvoeren (tabel 3). In 2023 is het fosfaatoverschot groter dan 25% van de fosfaatproductie en moet er naast de 840 m3 boer-boer afvoer nog ongeveer 23 m3 gewogen en bemonsterd worden afgevoerd. Met verlies van derogatie is dit deel bijna 900 m3. 

Tabel 3: Berekening voor een bedrijf met 130 GVE, 50 ha grond, 9.000 kg melk/koe en een stikstofproductie van 15.860 kg. Fosfaatproductie 5.655 kg. Fosfaatplaatsingsruimte 4.500

Tegemoetkomingsregeling

Door de veranderingen rondom derogatie krijg je ongetwijfeld te maken met hogere kosten voor het afvoeren van mest. Mogelijk kom je daarom in aanmerking voor een tegemoetkoming. Hoe deze tegemoetkoming eruit komt te zien, is nog niet bekend. Zodra we dit weten, informeren we je hierover.

Meer weten?

Heb je vragen over het aanvragen van derogatie en het maken van een bemestingsplan? Of heb je er hulp bij nodig? Neem dan contact op met 1 van onze adviseurs!