Biggensterfte
Allereerst kijken we naar de economische waarde van biggensterfte tot spenen. Je hebt te maken met een bepaald sterftepercentage, met een gemiddelde sterfteleeftijd en met de gemaakte kosten tot aan sterfte. Je kunt je ook nog afvragen of je de opbrengstenderving van de in potentie uitgegroeide biggen moet meerekenen. Zo komt een verschil van 5% in biggensterfte in onze berekening uit op een bedrag van € 66.250 per 1.000 zeugen.
Zeugensterfte en vervangingspercentage
Kijken we naar de sterfte bij zeugen, dan zien we afvoerkosten, verliesdagen en vervangingskosten. Met een verschil van 5% in sterfte komen wij op een bedrag van € 30.000 per 1.000 zeugen.
Een ideaal vervangingspercentage kan bovenstaand verschil vervangen. We rekenen dan niet meer met afvoerkosten, maar met een slachtopbrengst. Daarnaast nemen we de verliesdagen niet mee in de berekening. Het bedrag wordt dan € 11.500 per 1.000 zeugen.
Afbigpercentage
Een verschil in afbigpercentage heeft invloed op de worpindex, het aantal gespeende biggen per zeug en op de verliesdagen. Rekenen we weer met 1.000 zeugen, dan komen we met een verschil van 7% in afbigpercentage op een bedrag van € 24.000.
Geboortegewicht
Lukt het om de biggen zwaarder te krijgen bij de geboorte (stel 250 gram), dan vertaalt dit zich door in de groei in de zoogperiode en in de opfokperiode. Ook zijn de biggen zwaarder bij afleveren en je betaalt minder voor het biggenvoer. Dit kan bij 1.000 zeugen al gauw € 68.000 opleveren.
Voederconversie en groei vleesvarkens
Bij de vleesvarkens kun je een verschil maken in voederconversie. Hierdoor kun je uitkomen met lagere voerkosten. We gaan uit van een groeitraject van 98 kilogram tussen de opleg van de big tot het vleesvarken slachtrijp is, met een voederconversie van 2,5 kilogram. Een verschil van 0,1 voederconversie bedraagt volgens onze berekening € 3,43 per varken bij een voerprijs van € 35 per 100 kilo.
Een verschil in groei per dag heeft daarnaast invloed op de rondesnelheid. Als de groei van de vleesvarkens van 850 gram per dag stijgt naar 900 gram, kan dit € 4,85 extra voerwinst per plaats opleveren.
Verschil in positieve zin realiseren
Al die verschillen in kengetallen kunnen je geld kosten, maar als je het verschil in positieve zin realiseert dan kan het je ook een grote plus in het rendement opleveren. Wat is daarvoor nodig? Denk bijvoorbeeld aan het inschakelen van een extra werknemer tijdens het werpen om een positief verschil te maken in biguitval.
Wat is het jou waard om te investeren in deze kengetallen? Als je de verschillen in kengetallen koppelt aan de juiste financiële waarde, kun je voor jezelf verbeterpotentieel aangeven. Wat zijn de financiële mogelijkheden van jouw onderneming? Stel jezelf ook de vraag wat je zelf wilt als ondernemer en wat er in je omgeving kan en mag. Oftewel; houd grip op de driehoek mens, omgeving en geld (zie afbeelding hieronder).
Meer weten?
Wil je meer weten over de financiële waarde van kengetallen? Of andere onderwerpen die de varkenshouderij raken? Neem dan contact op met Rick ter Haar, branchespecialist Intensieve Veehouderij.