Nitraatuitspoeling
De verschillende maatregelen die aan landbouwers worden opgelegd, zijn medeverantwoordelijk voor de krapte op de mestmarkt. Maar wat is de aanleiding voor deze maatregelen?
Sinds de jaren ’90 is de uitspoeling van nitraat in het grondwater sterk gedaald. De afgelopen 10 jaar was echter nauwelijks meer sprake van een daling. De concentratie is sinds 2018 zelfs weer behoorlijk toegenomen. Deze toename komt door de droge jaren vanaf 2018. Bij droogte vindt meer uitspoeling plaats bij de hoofdteelt en zijn eventuele vanggewassen minder effectief.
In de Kaderrichtlijn Water (KRW) is een bovengrens van 50 mg nitraat per liter grondwater vastgesteld. Deze norm wordt in grote delen van het land verreweg overschreden. De landbouwsector pleit voor doelsturing in plaats van sturing op middelen. Maar dan moet wel voldoende buffer gecreëerd worden om de droge jaren op te kunnen vangen.
Met een te grote afstand tot de norm moeten we rekening houden met beperkingen op bedrijfsniveau. Zoals een verbod op het telen van uitspoelingsgevoelige gewassen (mais, aardappelen en groentegewassen op zandgrond), verplicht vanggewassen telen ongeacht de hoofdteelt en een verbod op het scheuren van blijvend grasland.
Huidige en geplande maatregelen
Terug naar de maatregelen die je de afgelopen tijd mogelijk voor de kiezen kreeg:
- Verplichte bufferstroken langs sloten
- Verplichte vanggewassen (op zandgrond)
- Afbouw derogatie
- Versnelde afbouw derogatie in aangewezen met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden)
- Verbod op derogatie in Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden
In 2027 moet de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater in orde zijn. Dit is met specifieke doelen vastgelegd in de KRW. De tijd dringt en bovenstaande maatregelen lijken niet voldoende om de doelen te behalen. Inmiddels heeft het ministerie zogenoemde bufferzones van 250 meter rondom specifieke stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden aangewezen. Hier is per 2024 geen derogatie meer mogelijk, net als in de Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden zelf.
Nutriënten verontreinigde-gebieden (NV-gebieden)
In NV-gebieden is derogatie nog wel mogelijk, maar hier is al een versnelde afbouw ingezet. Daarnaast krijgen NV-gebieden te maken met een daling van de totale stikstofgebruiksnorm van 5% in 2024 ten opzichte van 2023. Hiermee wordt toegewerkt naar een daling van 20% in 2025.
En dat zal niet alleen gelden voor de huidige NV-gebieden. De Europese Commissie vraagt van Nederland een definitieve aanwijzing per 2024. De kaarten zijn inmiddels gepubliceerd, in februari kun je in Mijn percelen zien of jouw percelen in aanmerking komen. Liggen jouw percelen in een (nieuw) NV-gebied? Al met al kan dit leiden tot tientallen kilogrammen korting op de stikstofgebruiksnorm.
Grondwaterbeschermingsgebieden in NV-gebieden
Om het nog ingewikkelder te maken, overlappen sommige nieuwe NV-gebieden met grondwaterbeschermingsgebieden. De verlaging van de totale stikstofgebruiksnorm zal in deze gebieden in 2024 al 10% zijn ten opzichte van 2023. Daarbij zijn er NV-gebieden aangewezen waar alleen een overschrijding op fosfor is geconstateerd. Deze gebieden krijgen mogelijk géén korting van 20% op de stikstofgebruiksnorm in 2025, maar aanvullende maatregelen op het gebied van fosfaat.
Verwarrend? RVO geeft op haar website een overzicht van de regelingen en nieuwe NV-gebieden.
Stikstofgebruiksnorm dierlijke mest
We gaan van een daling van de totale stikstofgebruiksnorm naar de afbouw van stikstofruimte uit dierlijke mest. Een gebied waar nu nog derogatie mogelijk is met 240 kg N/ha? Door aanwijzing als NV-gebied of bufferzone in 2024 kan dit gebied ineens zakken naar een stikstofgebruiksnorm van 210 kg N/ha of 170 kg N/ha.
Tabel 1: Stikstofgebruiksnorm dierlijke mest in verschillende gebieden
Gebied / Norm N-dierlijk/ha |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
N-2000, grondwaterbeschermingsgebieden en bufferzones | 170 | 170 | 170 | 170 |
NV-gebieden | 220 | 210 | 190 | 170 |
Rest van Nederland | 240 | 230 | 200 | 170 |
Plan je mestafzet in 2024
In 2023 liepen de bedragen voor mestafzet richting het najaar fors op. Ons advies: wacht in 2024 niet te lang met het regelen van je mestafzet. Akkerbouwers ontvangen drijfmest het liefst in het voorjaar – mits het land niet te nat is. Zorg ervoor dat je op tijd afspraken maakt én deze vastlegt.
Hieronder geven we een indruk van wat verschillende bedragen van mestafzet betekenen voor de verschillende scenario's in 2024. Als startpunt nemen we een boer met derogatie. Hij heeft 40 hectare gras, 10 hectare mais en 100 melkkoeien met bijbehorend jongvee (stikstof-excretie van 120). De boer mag in 2023 nog rekenen met 240 kg N/ha. Dit resulteert in het meest gunstige scenario in ongeveer € 8.928 aan mestafzetkosten. In het meest ongunstige scenario valt zijn derogatie weg in 2024 en lopen de mestafzetkosten dat jaar op tot € 40.475.
2023 | 2024 | 2024 NV gebied | 2024 zonder derogatie | |
N-Norm | 240 | 230 | 210 | 170 |
Mestafvoer m3 | 744 | 869 | 1.119 | 1.619 |
Mestafzet € 12 | € 8.928 | € 10.428 | € 13.428 | € 19.428 |
Mestafzet € 20 | € 14.880 | € 17.380 | € 22.380 | € 32.380 |
Mestafzet € 25 | € 18.600 | € 21.725 | € 27.975 | € 40.475 |
Wat nu?
Het mestprobleem vooruitschuiven is in de dynamische mestmarkt geen optie. Extra mestafzet vind je in samenwerking met akkerbouwers, extra hectares onder je bedrijf of samenwerking in mestverwerking. Misschien kun je zelfs de hoeveelheid mest verlagen door het rantsoen van je dieren aan te passen. 1 punt ureum verlaging bij 100 koeien scheelt immers al een vrachtwagen mestafvoer per jaar.
Meer weten?
Sparren met je adviseur over de mestproblematiek? Neem gerust contact op met Rick Hoksbergen of Nico Stokman. Of met een (andere) adviseur bij jou in de buurt. Zij helpen je graag.