Algemeen

Gecombineerde Opgave 2019: wijzigingen en tips subsidies

08 mrt. 2019

Het is weer tijd voor de jaarlijkse Gecombineerde Opgave. Voor het aanvragen van subsidies, zoals het uitbetalen van betalingsrechten, is dit jaar een aantal dingen gewijzigd. In dit artikel zetten we de belangrijkste veranderingen en tips op een rijtje.

Alle betalingsrechten dezelfde waarde: volgorde uitbetaling vervalt

Alle betalingsrechten hebben vanaf 2019 dezelfde waarde (€ 262,91). Je hebt dus niet meer te maken met betalingsrechten met een hogere of lagere waarde. Als betalingsrechten 2 jaar achter elkaar niet worden benut, vervallen ze.

Tot dit jaar kon je een eigen volgorde kiezen voor het uitbetalen van betalingsrechten om zo de duurdere rechten sowieso uit te laten betalen. Deze mogelijkheid is overbodig geworden. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hanteert nu altijd de standaard volgorde die gericht is op het behouden van rechten. Rechten die in het voorgaande jaar niet zijn benut, worden als eerste uitbetaald.

Actief landbouwer? Let op bij bedrijfsoverdracht

Is er sprake van een bedrijfsoverdracht met een overdrachtsdatum vóór 15 mei 2019? Zorg er dan voor dat je het nieuwe bedrijf op tijd inschrijft bij de Kamer van Koophandel (KvK). Houd er ook rekening mee dat je eHerkenning nodig hebt voor het nieuwe bedrijf, een aanvraag kan al gauw enkele weken in beslag nemen. Een overdracht die na 15 mei wordt gemeld bij de KvK en waarbij met terugwerkende kracht de uit- en inschrijving wordt gedaan, kan in sommige situaties problemen opleveren. Het kan namelijk tot een afwijzing van de uitbetalingsaanvraag komen, omdat het bedrijf op 15 mei geen actief landbouwer zou zijn.

Is op jouw bedrijf sprake van een bedrijfsoverdracht of wijzigt je rechtsvorm? Bespreek dan tijdig met jouw Countus-adviseur welke stappen je moet nemen.

Graasdierpremie: forse aanpassing voorwaarden

Naar aanleiding van opmerkingen van de Europese Commissie zijn er wijzigingen doorgevoerd in de voorwaarden voor de graasdierpremie. De belangrijkste voorwaarden en wijzigingen zijn:

  • De dieren waarvoor subsidie wordt aangevraagd, moeten op 15 mei 2019 op het bedrijf aanwezig zijn.
  • De dieren moeten van 15 mei tot en met 15 oktober aaneengesloten extensief grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond van het bedrijf. De dieren mogen wel eerder van het bedrijf worden afgevoerd, maar dan wordt de premie evenredig per dag gecorrigeerd.
  • De graasdierpremie is alleen nog bedoeld voor schapen en/of vrouwelijk vleesvee die grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond. Voorbeelden zijn heide, duinen, kwelders en stadsparken.
  • De correctie van subsidiabel grasland vervalt.
  • De ondergrens van € 1.000 vervalt. De graasdierpremie is nu onderdeel van de directe betaling. Daarvan is de ondergrens € 500.

Extra betaling jonge landbouwers: waar extra op te letten?

Om in aanmerking te komen voor de extra betaling voor jonge landbouwers moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. We zien relatief vaak dat door kleine foutjes aanvragen worden afgewezen. Daarom geven we je hieronder een aantal aandachtspunten mee.

 Heb je als jonge landbouwer zeggenschap?

  • De jonge landbouwer moet ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan € 25.000 kunnen blokkeren.
  • De beperkende bevoegdheidsbepalingen moeten uiterlijk 15 mei 2019 juist geregistreerd staan bij de KvK. Staat dit niet goed en is bijvoorbeeld één van de andere maten/vennoten ‘onbeperkt bevoegd’? Dan heeft de jonge landbouwer niet voldoende zeggenschap. Zorg dus tijdig dat de registratie juist is.
  • De beperkende bevoegdheidsbepalingen moeten opgenomen zijn in een schriftelijke overeenkomst die uiterlijk 25 kalenderdagen na 15 mei 2019 ondertekend is door alle partijen in een samenwerking.
  • De jonge landbouwer heeft langdurige zeggenschap. Als een zogenaamde ‘proefmaatschap’ is overeengekomen (voorbeeld: gedurende de eerste drie jaren mogen ouders de onderneming voortzetten als zij zelf de onderneming opzeggen, de jonge landbouwer kan eenzijdig uit de samenwerking worden gezet), is geen sprake van langdurige zeggenschap. Ook mag de samenwerking niet voor bepaalde tijd zijn aangegaan.
  • De jonge landbouwer moet belast zijn met de dagelijkse bedrijfsvoering.

Heb je als jonge landbouwer voor de eerste keer zeggenschap in een landbouwbedrijf?

  • Het komt vaak voor dat een jonge landbouwer voor eigen rekening en risico een onderneming heeft gehad waaruit hij/zij zichzelf als zzp’er heeft verhuurd. Vaak had een dergelijke onderneming als SBI-code een activiteit die ook gebruikt wordt voor bedrijven met landbouwactiviteiten. Vervolgens treedt deze jonge landbouwer toe tot het landbouwbedrijf van de ouders. De jonge landbouwer krijgt ook zeggenschap in deze onderneming. Bij de beoordeling door de RVO zal de aanvraag vaak afgewezen worden omdat de jonge landbouwer al eerder zeggenschap zou hebben gehad in een bedrijf met landbouwactiviteiten. Tegen deze beslissing kun je bezwaar maken. Je moet dan wel kunnen aantonen dat er enkel sprake was van zzp-activiteiten en niet van landbouwactiviteiten.
  • Als een jonge landbouwer eerst in een ander landbouwbedrijf zeggenschap heeft gehad (bijvoorbeeld van een oom) en vervolgens in het landbouwbedrijf komt met zijn of haar ouders, dan is er geen sprake van ‘voor de eerste keer zeggenschap in een landbouwonderneming.’ Je komt in dit geval als jonge landbouwer niet in aanmerking voor de extra betaling.
  • Als er sprake is van een voortzetting van een onderneming, dan kun je als jonge landbouwer tóch voldoen aan het criterium dat je voor de eerste keer zeggenschap hebt in een landbouwonderneming. Hier is bijvoorbeeld sprake van als je eerst in een maatschap met je ouders een landbouwonderneming hebt gerund en vervolgens in een eenmanszaak verder gaat.

Agrarisch natuurbeheer: aanpassing minimum activiteit

Voor de uitbetaling van betalingsrechten is het verplicht om minimaal 1 keer per jaar te maaien vóór 1 november. Maar sommige agrarisch natuurbeheerpakketten staan dit niet toe. Voor deze percelen wordt een uitzondering gemaakt en is de minimum activiteit 1 keer per 2 jaar maaien voldoende.

Nationale reserve: wat zijn de mogelijkheden?

In 2018 kon je eenmalig voor percelen met een niet-subsidiabele N-code betalingsrechten uit de Nationale Reserve aanvragen. In 2019 is dit niet meer mogelijk. Voor jonge landbouwers, startende landbouwers, uit gebruik gegeven percelen voor de aanleg van openbare werken en nutsvoorzieningen en voor percelen met een set-aside-overeenkomst zijn onder voorwaarden nog wel rechten uit de Nationale reserve aan te vragen.

Let hierbij wel op dat dit subsidiabele grond is. Want worden er in 2019 betalingsrechten aangevraagd uit de Nationale Reserve op niet-subsidiabele grond? Dan telt die oppervlakte mee in de sanctieberekening.

Alle betalingsrechten hebben in 2019 een waarde van € 262,91 per stuk. Een jonge landbouwer mag maar 1x betalingsrechten uit de Nationale Reserve aanvragen. Betalingsrechten uit de Nationale Reserve kun je aanvragen op ‘vrije hectares’. Dit zijn hectares waarvoor nog geen betalingsrechten beschikbaar zijn. Het aantal vrije hectares bepaalt de RVO door het geconstateerde aantal hectares subsidiabele landbouwgrond te verminderen met:

  • het totaal aantal betalingsrechten in eigendom op 15 mei 2019 of, als dit hoger is, het aantal betalingsrechten dat eerder is toegekend bij de eerste toekenning in 2015.
  • Eventuele gehuurde betalingsrechten op 15 mei 2019.

Brede Weersverzekering: aantal verzekeraars daalt.

Voor de verzekeraars Avéro Achmea en Interpolis kun je geen tegemoetkoming premie brede weersverzekering meer aanvragen.

Vragen of meer weten?

Vul het contactformulier in of neem contact op met één van onze agro-specialisten.

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten voor passend advies / offerte