Stikstofruimte
De minister benadrukt in haar brief dat misschien niet alles direct uitvoerbaar is door bestaande regels en wetten. Toch wil ze stappen zetten en waarschuwt ze dat de druk op de mestmarkt niet meteen zal verdwijnen.
Waar het stikstofoverschot volgend jaar met 60 miljoen kg toeneemt, kunnen de nieuwe maatregelen tussen de 11 en 30 miljoen kg stikstofruimte opleveren, afhankelijk van het scenario.
Aanpassing excretietabel voor melkvee op basis van gasvormige verliezen
De minister wil onder andere een correctie op basis van gasvormige verliezen toepassen in de excretietabel voor melkvee. Momenteel wordt er gewerkt met een correctiefactor van 10,1%, gebaseerd op gegevens uit 2010. Uit onderzoek uit 2021 van het Centrum voor Dierlijke Mest (CDM) blijkt dat dit percentage naar 14% moet worden bijgesteld.
Het CDM adviseert om de stikstofcorrectiefactor, het stikstofforfait en het fosfaatforfait aan te passen, inclusief het oprekken van de tabel in meer melkproductieklassen. De minister schrijft echter dat ze per 1 januari 2025 alleen de nieuwe stikstofcorrectiefactor en stikstofforfait overneemt. Hierdoor zal tabel 6 alleen gecorrigeerd worden op basis van de nieuwe gasvormige verliezen, waarbij ongeveer 4% minder stikstof geproduceerd wordt dan voorheen.
Voor een melkveebedrijf met 100 koeien en een productie van 9.000 kg melk per koe scheelt dat ongeveer 120 m³ drijfmest die je jaarlijks minder hoeft af te voeren. Dit geldt alleen voor bedrijven die zonder de BEX werken. De BEX rekent met een andere systematiek waarin de aanpassing van gasvormige verliezen niet van toepassing is. Landelijk verwacht het ministerie dat dit 4 tot 5 miljoen kg stikstofruimte op de mestmarkt kan opleveren.
Nieuwe cijfers
Omdat de data in het CDM-rapport alweer bijna 10 jaar oud is, heeft de minister het CDM gevraagd om in 2024 met een update te komen. Zodra die nieuwe cijfers bekend zijn, kunnen de excretieforfaits voor stikstof en fosfaat opnieuw worden bekeken. Ook de melkproductieklassen in de tabel kunnen dan worden aangepast.
Nu loopt de tabel nog tot een melkproductie van 10.624 kg per koe per jaar. CDM heeft echter al tabellen uitgewerkt die lopen tot 15.124 kg per koe. Als deze zouden worden overgenomen, zou de fosfaatproductie per koe dalen, wat vooral voordelig is voor bedrijven met een hoge melkproductie.
Afroming productierechten bij wijziging bedrijfsstructuur
Minister Wiersma heeft daarnaast op 23 september een wetsvoorstel ingediend waarin ze voorstelt om per 1 januari 2025 de afroming op fosfaatrechten te verhogen naar 30%. Ook introduceert ze een afroming op varkens- en pluimveerechten (respectievelijk 25% en 15%) bij bedrijfsoverdrachten of verkoop van productierechten.
Dit voorstel had vooral invloed op bv’s of wanneer je bv vennoot is in een samenwerkingsverband, zoals een maatschap, firma of cv. Bij het inbrengen van een bedrijf in een bv, het overdragen van aandelen of het wijzigen van het bestuur, kan er sprake zijn van bedrijfsoverdracht en dus van afroming van productierechten. Ook als de zeggenschap verandert op het niveau van de holding of moedermaatschappij kan dit leiden tot verlies van rechten. In dit voorstel zouden productierechten bij een dergelijke overdracht in de familie niet automatisch behouden blijven.
Gelukkig heeft de kamer na herhaaldelijke waarschuwingen vanuit de Vereniging van accountants en belastingadviesbureaus (VLB) actie ondernomen door op 4 oktober een wijziging in te dienen op het wetsvoorstel. In dit voorstel wordt er 1 lijn getrokken tussen bedrijfsoverdrachten bij rechtspersonen en natuurlijke personen, waardoor er niet wordt afgeroomd bij overdrachten binnen de familie. Bij inbreng in de bv en bij wijziging van de overwegende zeggenschap in de BV vindt er geen afroming plaats als de overwegende zeggenschap komt te liggen bij een persoon met wie de vereiste verwantschap is.
Advies
Wat te doen? Het wetsvoorstel is nog geen definitieve wetgeving. Dat maakt het lastig om een concreet advies te geven. De tweede kamer heeft tijdens het debat van 7 oktober meerdere amendementen ingediend. Hier wordt 15 oktober definitief over gestemd. Wees je wel bewust van de mogelijke gevolgen als het voorstel ongewijzigd wordt ingevoerd.
Staat er een wijziging van de overwegende zeggenschap op de planning? Bespreek deze plannen dan met je bedrijfsadviseur om de eventuele impact van dit wetsvoorstel op je bedrijfsvoering te verminderen.
Meer weten?
Wil je meer weten over het wetsvoorstel en de eventuele gevolgen voor jouw specifieke situatie? Neem dan contact op met één van de agro-adviseurs van Countus. We denken graag met je mee.