Algemeen

Aanpassingen BOR en DSR weer iets concreter

27 jul. 2023

Het kabinet stelt maatregelen voor naar aanleiding van de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR). Op donderdag 29 juni kwam er een Kamerbrief van staatssecretaris Van Rij (Financiën) met de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de regelingen. In dit artikel nemen we je hierin mee.

Fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen

In de Kamerbrief worden eerder aangekondigde maatregelen herhaald, maar zijn ook nieuwe details opgenomen. Het is nog onzeker wat de val van het kabinet betekent voor de aangekondigde wijzigingen. Mogelijk worden de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen opnieuw onderdeel van de verkiezingsprogramma’s, maar een nieuw kabinet kan de voorgestelde maatregelen ook overnemen. Daarom lichten we deze hieronder kort toe.

Voorgestelde maatregelen 2024

Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2024 aan derden verhuurde onroerende zaken standaard aan te merken als beleggingsvermogen in de BOR en de DSR. Deze maatregel stond al in de Miljoenennota 2023.

De volgende verhuurde onroerende zaken worden uitgesloten van deze maatregel:
• Onroerende zaken voor zover die worden gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening (binnen het eigen concern).
• Kortdurend verhuur in de dienstensector, zoals bij hotelkamers, cafés, restaurants, tennishallen, bowlingbanen en squashbanen.
• Kortdurende teeltpachtovereenkomsten vanwege vruchtwisseling (hierover is ook meer te lezen op de website van de Overheid).

Voorgestelde maatregelen 2025

Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2025 de volgende maatregelen voor: 

• Aanpassen van de vrijstelling in de BOR naar 100% van de goingconcernwaarde van de onderneming (of liquidatiewaarde als die hoger is) tot € 1.500.000 en 70% over het meerdere aan ondernemingsvermogen. In 2023 is dit nog tot € 1.205.871 en 83%. Bekijk de voorbeeldberekening bedrijfsopvolgingsregeling aanpassing van de vrijstelling om te zien wat deze aanpassing betekent bij verschillende aankopen.
• Afschaffen van de doelmatigheidsmarges van 5% in de BOR. Hierdoor komt totale beleggingsvermogen niet meer in aanmerking voor de BOR.
• Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt mag je alleen nog laten kwalificeren voor de BOR en DSR voor het deel dat in de onderneming wordt gebruikt. Voorgesteld is om dit alleen te laten gelden voor bedrijfsmiddelen die op het moment dat ze in het bezit komen een waarde in het economische verkeer hebben van minimaal € 100.000 én voor meer dan 10% buiten de onderneming worden gebruikt. Voor overige bedrijfsmiddelen blijven de normale vermogensetiketteringsregels gelden.
• Afschaffen van de dienstbetrekkingseis in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen.
• Voor een schenking in de BOR en de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen wordt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de ontvanger ingevoerd. Voor de bedrijfsopvolging bij overlijden wordt geen leeftijdsgrens voorgesteld.

Voorgestelde maatregelen 2026

Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2026 de volgende maatregelen voor:

• Alleen reguliere aandelen met een belang van minimaal 5%, die volledig meedelen in de winstgerechtigheid en liquidatieopbrengst komen in aanmerking voor de BOR en de DSR. Het voorstel is om deze beperking niet te laten gelden voor indirecte aanmerkelijk belangen van minimaal 0,5%, die vallen binnen de verwateringsregeling. Ook voor preferente aandelen die in een gefaseerde bedrijfsoverdracht zijn uitgegeven geldt dit niet.
• Versoepelen van de bezits- en voortzettingseis in de BOR, via een wetsaanpassing of een aanpassing van lagere regelgeving. Het uitgangspunt hierbij is dat het aansluit bij de materiële gerechtigheid tot de onderneming. De bezits- en voortzettingseis staan herstructureringen dan niet langer in de weg, als de gerechtigheid of het belang van de aandeelhouder tot de onderneming materieel gezien niet wijzigt.

Verder wil het kabinet de versoepeling van de voorzettingstermijn bij overheidsingrijpen ook invoeren voor de bezitstermijn. Het kabinet onderzoekt ook nog of verdere versoepelingen van de bezits- en voortzettingseis nodig zijn voor ondernemingen die willen verduurzamen. Tot slot is er het voornemen om de 5-jaarstermijn in de bezits- en voortzettingseis in te korten. Hoe en hoeveel is nog niet bekendgemaakt.
• Aanpakken van dubbel gebruik van de BOR. Het kabinet denkt aan het uitsluiten van toepassing van de BOR, als de onderneming al eerder in bezit is geweest van de verkrijger.
• Aanpakken van onrechtmatig gebruik van de BOR, door constructies met personen van met name hoge leeftijd. Dit noemen we ook wel rollatorinvesteringen. Het kabinet wil een stapsgewijze verlenging van de bezitstermijn, voor een erflater en schenker die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Voorgestelde maatregel ingangsdatum nog niet bekend

Het kabinet stelt voor om de doelmatigheidsmarge van 5% in de BOR vanaf 1 januari 2025 af te schaffen. Het stelt daarnaast voor om de doelmatigheidsmarge van 5% in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen vanaf een later, nog niet bekend, moment af te schaffen. Het hoe en waarom van dit onderscheid is (nog) niet bekendgemaakt.

Meer weten?

Heb je vragen over de Kamerbrief en de maatregelen naar aanleiding van de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar BOR en de DSR? Neem gerust contact op met een adviseur van Countus, zij helpen je graag.