1. Zet je stakingswinst om in een lijfrente
Staakt je onderneming in 2020? Voorkom dan directe afrekening en zet de stakingswinst om in een lijfrente. Betaal je de premie in 2021? Dan is de lijfrente nog aftrekbaar in 2020, mits je deze vóór 1 juli 2021 betaalt. Op dezelfde manier kun je mogelijk ook de oudedagsreserve (FOR) omzetten in een lijfrente.
De komende tariefsverlagingen maken de aankoop van een lijfrente extra aantrekkelijk. Je trekt nu immers je storting af tegen wellicht een hoger percentage dan waartegen de uitkering straks wordt belast.
Let op
De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de Zvw-premie. Over je uitkering betaal je echter ook premie Zvw. Om dubbele heffing te voorkomen, heeft de Hoge Raad beslist dat wanneer voor de FOR een lijfrente wordt gekocht, het aankoopbedrag van de lijfrente het premie-inkomen voor de Zvw verlaagt. Daardoor betaal je minder Zvw-premie.
2. Plan de opname van liquiditeiten
Liquiditeiten met een laag rendement, zoals je bedrijfsbankrekening, kun je het beste pas na 31 december overbrengen naar privé. Op die manier voorkom je de relatief hoge belasting in box 3.
Andersom is het verstandig om noodzakelijke liquiditeiten vanuit privé vóór 31 december over te maken naar je bedrijfsrekening. Als voorwaarde voor liquide middelen in de onderneming geldt dat ze niet duurzaam overtollig mogen zijn. Je moet dus kunnen aantonen dat je het geld nodig hebt voor je onderneming (voor investeringen of als buffer om verplichtingen na te kunnen komen bijvoorbeeld).
Dit zorgt ook voor een hoger ondernemingsvermogen, wat van belang is voor dotatie aan de fiscale oudedagsreserve.
Let op
Pas op voor de antimisbruikmaatregelen tegen boxhoppen. Vermogen dat voor 1 januari vanuit box 3 naar de onderneming wordt overgebracht én dat niet langer dan 6 aaneengesloten maanden binnen deze box wordt gebruikt, rekent de Belastingdienst toe aan beide boxen. Het gevolg? Dubbel belasting betalen. Voor vermogen dat langer dan 3 maanden, maar minder dan 6 maanden van box is verwisseld, kun je de dans ontspringen door zakelijke motieven te bewijzen.
3. Houd bij winstbepaling rekening met toeslagen
Als ondernemer in de inkomstenbelasting kun je de hoogte van de winst op het einde van het jaar voor een deel zelf beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan versneld afschrijven voor starters, de Vamil (milieu-investeringen), doteren aan de oudedagsreserve en aan het vormen van voorzieningen en reserves.
Houd bij deze beslissingen ook rekening met je eventuele recht op toeslagen. Nu en in de toekomst. Heb je nu bijvoorbeeld geen recht op toeslagen? Maar volgend jaar wel omdat je dan naar een huurwoning gaat of gebruik gaat maken van kinderopvang? Dan kun je waarschijnlijk beter pas volgend jaar je winst drukken. Uiteraard alleen als het verschil de moeite waard is en je het je financieel kunt veroorloven.
Let op
Stel dat je door het (uiteraard geoorloofd) schuiven met inkomsten en/of aftrekposten de winst volgend jaar met € 10.000 kunt verlagen waardoor je inkomen geen € 35.000 bedraagt, maar € 25.000 en dat je volgend jaar ook een huurwoning betrekt en voor 2 kinderen kinderopvang afneemt, dan kan dit zomaar ruim € 3.200 aan extra toeslagen schelen.
4. Welke beloning voor meewerkende partner?
Is je partner niet bij je in loondienst, maar werkt hij of zij wel mee in het bedrijf? Dan kun je hier fiscaal gezien rekening mee houden. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor de meewerkaftrek. Dit is een percentage van de winst dat afhankelijk is van het aantal meegewerkte uren. Je kunt echter ook kiezen voor de arbeidsbeloning. Dit moet een reëel uurloon zijn voor de verrichte werkzaamheden en dient in 1 jaar minimaal € 5.000 te bedragen.
Let op
In een zaak die binnenkort door de Hoge Raad wordt beoordeeld, is de vraag aan de orde of de minimale beloning van € 5.000 in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Een ondernemer had zijn echtgenote een beloning van slechts € 1.500 toegekend, maar dit werd door de inspecteur niet geaccepteerd. De adviseur van de Hoge Raad, de advocaat-generaal, is echter van mening dat het niet in aftrek van de winst toelaten van beloningen tot € 5.000 in strijd is met de rechtsgelijkheid.
Let op
De meewerkaftrek heeft geen gevolgen voor het inkomen van je partner. De arbeidsbeloning echter wel, want je partner wordt hier zelf voor belast en betaalt hier ook premies Zvw over. Bereken wat voor jou de voordeligste optie is en pas deze toe. Je mag jaarlijks voor een andere beloningsvorm kiezen. Zorg wel dat je een eventuele meewerkbeloning schriftelijk vastlegt en ook daadwerkelijk betaalt. Voor de meewerkaftrek is dat niet nodig.
5. Bijtelling delen met je partner?
Werkt je partner mee in je bedrijf en valt hij of zij in een lagere belastingschijf? Dan kan het voordelig zijn de bijtelling voor de auto te delen. Jullie betalen dan samen wellicht minder belasting.
Valt jouw inkomen in de hoogste schijf (49,5%) en dat van jouw partner in schijf 1 (37,1% in 2021)? Dan behaal je een tariefvoordeel. De gezamenlijk te betalen belasting wordt echter ook beïnvloed door de heffingskortingen. Het toedelen van een deel van de bijtelling aan je partner kan tot hogere, maar ook tot lagere heffingskortingen leiden. Bereken daarom vooraf of een verdeling van de bijtelling het gewenste voordeel oplevert.
Let op
Een verdeling is fiscaal aanvaardbaar als aannemelijk is dat je partner de auto ook gebruikt voor de werkzaamheden in het bedrijf en privé.
6. Houd rekening met vermogenstoets toeslagen
Mensen met lagere inkomens hebben vaak recht op 1 of meer toeslagen. Denk aan zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Voor alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, geldt een zogenaamde vermogenstoets. Dit betekent dat je geen recht hebt op de toeslag als je vermogen te hoog is.
De toetsdatum is 1 januari. Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt voor 2020 een toetsvermogen van maximaal € 116.613. Heb je een partner, dan geldt een maximum van € 147.459. Voor de huurtoeslag geldt een maximumvermogen van € 30.846 (respectievelijk € 61.692 als je een partner hebt). De genoemde maxima zullen voor het jaar 2021 iets hoger liggen.
Tip
Heb je een vermogen rond de genoemde maxima én recht op 1 of meer toeslagen? Dan kan het slim zijn om je vermogen te drukken. Bijvoorbeeld door een deel van je hypotheek af te lossen of een geplande, grotere aankoop naar voren te halen. Ook kan het voor ondernemers raadzaam zijn om binnen de fiscale mogelijkheden minder vermogen uit het bedrijf naar privé over te brengen.
7. Zonnepanelen op woon-bedrijfspand: meer btw terug
Heb je in 2020 zonnepanelen geplaatst op je woning en/of bedrijfspand? Dan kun je misschien meer btw terugvragen dan je denkt. De btw op de zonnepanelen kun je sowieso (deels) terugvragen, omdat je een deel van de energieproductie btw-belast aan het net levert. Hetzelfde geldt voor de energie voor het btw-belast zakelijk gebruik van de woning of het bedrijfspand.
Tip
Mogelijk kom je ook nog in aanmerking voor energie-investeringsaftrek.
Tip
Mogelijk kun je ook een deel van het dak waarop de zonnepanelen geplaatst zijn tot het btw-ondernemingsvermogen rekenen, als gevolg waarvan je ook over dat deel van de bouw- of verbouwingskosten van de woning de btw kunt terugkrijgen. Deze kwestie ligt nu voor de rechter. Neem contact met ons op als je hier meer over wil weten.
Meer weten?
Wil je meer weten over de eindejaarstips voor ondernemers in de inkomstenbelasting? Neem dan contact op met je Countus-adviseur.