Algemeen

Wetgeving jaarrekening gewijzigd

03 mei 2016

Per 1 november 2015 is Titel 9 boek 2 BW op een aantal onderdelen gewijzigd. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de jaarverslaggeving van Nederlandse ondernemingen. De wijzigingen moeten verplicht worden toegepast op boekjaren vanaf 1 januari 2016. De gewijzigde wetgeving mag ook al worden toegepast op het boekjaar 2015.

Goodwill afboeken

Goodwill ineens ten laste van het eigen vermogen brengen of ten laste van het resultaat is niet meer toegestaan. Onder de nieuwe bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW kan goodwill nog op één manier worden verwerkt. Via activeren en afschrijven. Afschrijving vindt plaats over de verwachte gebruiksduur.

Het is niet duidelijk of de gewijzigde wetgeving met terugwerkende kracht moet worden toegepast. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft als overgangsbepaling aangegeven het aanvaardbaar te vinden dat de in eerdere boekjaren direct van het eigen vermogen of resultaat afgeboekte goodwill niet (alsnog) geactiveerd hoeft te worden. Alsnog activeren binnen de gebruiksduur – vanaf een bepaalde overname in het verleden – mag wel. Wel moet alle goodwill die na die datum is verworven op dezelfde wijze wordt geactiveerd.

Term jaarverslag verdwijnt

De wettelijke term voor verslag van directie of bestuur is niet langer jaarverslag, maar een term die beter aansluit op het wettelijke begrip. Jaarverslag wordt vervangen door bestuursverslag. Varianten als ‘verslag Raad van Bestuur’ of ‘directieverslag’ mogen ook worden gebruikt. Ze moeten echter wel aansluiten op het wettelijke begrip bestuursverslag.

De accountant dient ten aanzien van het bestuursverslag meer werkzaamheden te verrichten. Er is een actieve onderzoeksplicht die beperkt is tot het nader onderzoeken van informatie die tijdens de jaarrekeningcontrole is verkregen. Dit gaat overigens minder ver dan beoordeling of controle van een bestuursverslag.

Opmaaktermijn verkort

De maximale termijn voor het opmaken van de jaarrekening is met 1 maand verkort. Dit betekent dat ook de uiterste termijn van deponering met 1 maand is verkort. Jaarrekeningen waarbij het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar moeten op 31 oktober zijn opgemaakt en gedeponeerd worden vóór 31 december. Wanneer de directeur/bestuurder ook aandeelhouder is, geldt een maximale deponeringstermijn van 10 maanden en 8 dagen na het einde van het boekjaar.

Grensbedragen groottecriteria gewijzigd

De rechtspersonen en vennootschappen die vallen onder het bereik van Titel 9 Boek 2 BW worden onder de nieuwe wet naar bedrijfsgrootte onderscheiden in micro, klein, middelgroot en groot (artikelen 2:395a, 396 lid 1, 397 lid 1 BW). De grootte van rechtspersonen en vennootschappen die vallen onder het bereik van Titel 9 Boek 2 BW wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

  • balanstotaal per jaareinde
  • netto-omzet over het boekjaar
  • werknemers (gemiddeld aantal)

De grensbedragen voor de groottecriteria zijn gewijzigd:

De grootte van de rechtspersoon wordt bepaald op basis van de 3 criteria op geconsolideerde basis wanneer de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opmaken. Als de rechtspersoon aan 2 van de 3 criteria voldoet gedurende 2 opeenvolgende balansdata valt de rechtspersoon onder de desbetreffende categorie.

Micro-ondernemingen

Micro-ondernemingen zijn ondernemingen die voldoen aan 2 van de 3 volgende criteria (geconsolideerd en gedurende 2 opeenvolgende balansdata):

  • balanstotaal ≤ € 350.000
  • Netto-omzet ≤ € 700.000
  • Aantal werknemers < 10

Deze ondernemingen hoeven slechts een balans op te nemen en een winst- en verliesrekening. Daarin moeten respectievelijk de volgende posten minimaal worden vermeld:

  • Onderscheid tussen vaste en vlottende activa. Onder de immateriële vaste activa moeten de kosten in verband met oprichting en uitgifte van aandelen worden opgenomen. Opgevraagde stortingen van geplaatst kapitaal moeten vermeld worden. Het eigen vermogen moet een afzonderlijke vermelding (in 1 post) krijgen. De voorzieningen (in 1 post) en schulden (in 1 post) krijgen ook afzonderlijke vermeldingen.

  • Voor de overige bedrijfskosten hoeven in de balans geen overlopende activa en overlopende passiva te worden opgenomen. De kosten worden in dat geval op kasbasis in de winst- en verliesrekening opgenomen.

  • In de winst- en verliesrekening worden alleen afzonderlijk de volgende posten opgenomen: netto-omzet, overige bedrijfsopbrengsten, lonen, kosten van grond- en hulpstoffen, afschrijvingen en waardeverminderingen van immateriële, materiële en vlottende activa (in 1 post), overige bedrijfskosten, belastingen, resultaat na belastingen.

De toelichting en dus ook de grondslagen kunnen achterwege blijven. Voor het inzicht in de jaarrekening (bestuursverslag) van een micro- onderneming is het weglaten van de grondslagen overigens niet optimaal. Wat betreft de inrichtingsjaarrekening kan worden volstaan met een beperkte balans en resultatenrekening. Daarvan hoeft alleen de balans te worden gedeponeerd. Micro-ondernemingen mogen geen gebruik maken van de mogelijkheid om activa te waarderen tegen reële waarde.

Toelichting

In de toelichting moet op grond van een nieuw artikel 2:380b BW algemene informatie met betrekking tot de rechtspersoon worden opgenomen. Het gaat om:

  • naam van de rechtspersoon
  • rechtsvorm van de rechtspersoon
  • zetel van de rechtspersoon
  • het nummer waaronder de rechtspersoon in het handelsregister (KvK) is ingeschreven

Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Een nieuwe wettelijke verplichting is opgenomen in 2:381 lid 1 BW en vereist de vermelding van:

  • voorwaardelijke activa (bijvoorbeeld door de rechtspersoon zelf ingediende claim tegen een derde partij)

  • voorwaardelijke verplichtingen (bijvoorbeeld een garantieverplichting inhoudende de verplichting tot het opkomen voor verliezen van derden)

  • niet-verwerkte verplichtingen (bijvoorbeeld een opgelegde boete waarvan het niet waarschijnlijk is dat deze moet worden betaald)

Waardering tegen actuele kostprijs

Vervangingswaarde is niet langer een toegestane waarderingsgrondslag bij toepassing van het actuele waardemodel. In plaats daarvan is het toegestaan te waarderen tegen actuele kostprijs. De actuele kostprijs is de actuele verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs van het betreffende actief in nieuw staat, rekening houdend met afschrijvingen.

Of deze begrippen (vervangingswaarde versus actuele kostprijs) in de praktijk tot ‘materiële afwijkingen’ leiden, valt nog te bezien. Immers beide begrippen lijken sterk aan elkaar verwant. Er moet overigens in de toelichting worden uiteengezet hoe de actuele kostprijs is bepaald.

Waardering voorraden en agrarische voorraden
Op grond van artikel 8 -Besluit actuele waarde (BAW)- is voor voorraden alleen nog waardering tegen kostprijs, zoals de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, mogelijk. Een uitzondering is voor agrarische voorraden gemaakt. Met het vervallen van het begrip vervangingswaarde resteert voor agrarische voorraden als grondslag van actuele waarde slechts de opbrengstwaarde (artikel 8 BAW).

Overige gegevens

De volgende informatie wordt niet langer opgenomen onder de overige gegevens maar in de toelichting van de jaarrekening (bestuursverslag):

  • toelichtingen op gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor de rechtspersoon
  • de bestemming van de winst of de verwerking van het verlies, of het voorstel hiervoor
  • het aantal winstbewijzen en soortgelijke rechten
  • opgave van het nummer waaronder de rechtspersoon bij het Handelsregister is ingeschreven

Deze informatie wordt verplaatst en maakt nu nadrukkelijk(er) onderdeel uit van de jaarrekening (bestuursverslag) en is dus onderworpen aan de accountantscontrole.

Buitengewone baten en lasten niet meer onderscheiden

Buitengewone baten en lasten mogen niet langer worden onderscheiden. De modellen van de winst- en verliesrekening zijn hierop aangepast. Onder de buitengewone baten en lasten mochten conform de RJ-bepalingen slechts in zeer uitzonderlijke gevallen bedragen opgenomen worden. Denk aan kosten van aardbevingen en onteigening. Dit soort kosten zullen als gevolg van de nieuwe bepalingen niet langer als buitengewoon mogen worden aangemerkt.

Een nieuwe wettelijke bepaling (opgenomen in artikel 2:377 lid 8 BW) bepaalt dat het bedrag en de aard van de posten baten en lasten, die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen, apart moeten worden vermeld en toegelicht. De wetgever heeft met de term ‘uitzonderlijk’ dezelfde inhoud bedoeld als de RJ-term ‘bijzonder’. De verplichting een toelichting op uitzonderlijke baten en lasten op te nemen geldt voor alle rechtspersonen, ongeacht de grootte. Alleen micro-ondernemingen hoeven deze aparte vermelding niet op te nemen.

Winst- en verliesrekeningmodellen G en H vervallen

De winst- en verliesrekeningmodellen G en H komen te vervallen. Deze modellen werden in de praktijk al weinig toegepast of gebruikt. De overige modellen winst- en verliesrekening E (categoriale indeling), F (functionele indeling) zijn ongewijzigd gebleven. Overigens blijkt uit de praktijk dat deze modellen, ten onrechte veelvuldig door elkaar worden gehaald (mengvormen).

Toelichting jaarrekening (bestuursverslag)

De toelichting moet de volgorde van de vermelding van de posten aan houden (artikel 363 lid 1 BW). Ter verbetering van het inzicht lijkt het wel mogelijk om de belangrijkste zaken vooraan te (blijven) behandelen of de toelichting van verschillende posten te combineren (denk aan actieve en passieve belastinglatenties). De verwachting is dat deze nieuwe bepaling zal leiden tot het gebruik van meer expliciete verwijzingen.

Meer weten?

Meer weten over de gevolgen van de wetswijzigingen voor de jaarverslaggeving? Vul het contactformulier in of neem contact op met Countus Audit.

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten voor passend advies / offerte