Wat kun je dit jaar nog ondernemen om zo min mogelijk belasting te betalen? Bekijk de eindejaarstips voor alle belastingplichtigen.
1. Speel in op de aftrekbeperking in box 1
De tarieven in box 1 voor inkomsten uit werk en woning gaan de komende jaren flink omlaag. Dat is al begonnen in 2019. Ook in 2020 kun je een verlaging van de tarieven tegemoetzien. Het tarief van de eerste schijf, tot een inkomen van € 20.711, gaat in 2020 met 0,7%-punt omhoog: van 36,65% naar 37,35%.
Het tarief van de tweede schijf, voor het deel van het inkomen tussen € 20.711 en € 68.507, daalt met 0,75%-punt. Dit gaat van 38,1% naar 37,35%. Tot een inkomen van € 68.507 is er in 2020 dus nog maar 1 tarief van 37,35%.
Over het deel van je inkomen boven € 68.507 betaal je nu 51,75%. Dit daalt volgend jaar naar 49,5%.
Hier staat tegenover dat aftrekposten minder voordeel opleveren. Dit geldt vooral als je inkomen meer dan € 68.507 bedraagt en je aftrekposten (deels) tegen het hoogste tarief kunt aftrekken. Dit jaar kan dat nog tegen 51,75%.
Dat geldt niet voor de hypotheekrente. Deze is maximaal tegen een tarief van 49% aftrekbaar. In 2020 komen aftrekposten in aftrek tegen maximaal 46%. Het maximum aftrekpercentage wordt voor het overgrote deel van de aftrekposten verder afgebouwd naar 37,05% in 2023. Een verschil dus van 14,7%-punt ten opzichte van 2019.
Tip!
Je kunt hierop inspelen door aftrekposten zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen. Een gift van bijvoorbeeld € 10.000 aan een ANBI levert je tegen het maximumtarief nu nog een maximaal fiscaal voordeel op van € 5.175. In 2023 levert dezelfde gift je nog maar een maximaal voordeel op van € 3.705.
Behalve aftrekposten voor ondernemers gaat het om uitgaven voor: onderhoudsverplichtingen, de uitgaven voor specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten, scholingsuitgaven, aftrekbare giften, het restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren en verliezen op beleggingen in durfkapitaal.
Voor zover mogelijk, is het verstandig om deze aftrekposten naar voren te halen.
2. Overweeg afkoop van je alimentatieverplichting
Heb je een alimentatieverplichting aan je ex-echtgenoot of ex-partner, dan zijn de betalingen nu nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,75%. Vooruitlopend op de aangekondigde tariefsverlagingen de komende jaren, kun je in gezamenlijk overleg met je ex besluiten om deze verplichting af te kopen. Je voorkomt hiermee dat je door de aftrekbeperking de komende jaren netto meer alimentatie betaalt.
De afkoop kan betekenen dat je ex meer belasting over de afkoopsom betaalt dan wanneer hij/zij jaarlijks alimentatie ontvangt. Dit kun je deels voorkomen door middeling of door de afkoopsom in een lijfrentepolis te storten. Je ex ontvangt daaruit periodieke uitkeringen die geleidelijk worden belast.
Let op!
De afkoop van de alimentatieverplichting heeft voor jou en/of je ex-partner ook gevolgen voor de belastingheffing in box 3. Net als voor de verschuldigde premie Zorgverzekeringswet (Zvw) en voor eventuele toeslagen. Schakel daarom een deskundige in om te berekenen of de afkoop fiscale voordelen oplevert en wat een redelijke verdeling hiervan is tussen jou en je ex.
3. Stel je opleiding niet langer uit
Ben je een particulier die een opleiding of studie voor een beroep volgt? Dan kun je de kosten hiervan in aftrek brengen als scholingsuitgaven. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze algemene fiscale aftrek te schrappen en te vervangen door een specifiekere regeling.
Tot die tijd kun je gebruik blijven maken van de scholingsaftrek. In 2020 heb je in ieder geval nog recht op de aftrek. Als je recht hebt op studiefinanciering (waaronder collegegeldkrediet) bestaat er geen recht op aftrek.
4. Koop nog dit jaar een lijfrente
Koop nog dit jaar een lijfrente of stort een bedrag op je lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht. Daarmee creëer je een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als er sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. Aan het begin van het jaar mag je nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben.
Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Je kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Vul de zoekterm ‘jaarruimte’ in. Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kun je de premie in 2019 aftrekken tegen maximaal 51,75%.
Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Vanwege de daling van deze tarieven is de uitkering in veel gevallen lager belast. Als je de premie nu kunt aftrekken tegen 51,75% en deze is te zijner tijd belast tegen 37,05%, bedraagt het tariefvoordeel 14,7%.
Tip!
Zorg dat je de lijfrentepremies in 2019 betaalt! Alleen dan kun je deze nog in aftrek brengen in de aangifte inkomstenbelasting 2019. Bovendien verminder je daarmee je vermogen, zodat je belasting in box 3 bespaart.
Let op!
De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de lijfrente-uitkering betaal je bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover je inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw-premiegrens valt én nu je de Zvw-premiegrens nog niet hebt bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.
Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is je algemene heffingskorting mogelijk hoger als gevolg van de aftrek van een lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 68.507 heeft de lijfrentepremieaftrek geen effect meer op de algemene heffingskorting.
5. Schenk je giften periodiek
Periodieke giften zijn giften aan goede doelen in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke giften die uiterlijk eindigen bij overlijden. Deze giften kun je aftrekken als je gebruikmaakt van een notariële of onderhandse akte van schenking. Hierin moet zijn aangegeven dat de gift over een periode van minstens 5 jaar wordt verstrekt. Voor periodieke giften geldt geen drempel en ook geen plafond.
Tip!
Schenk periodiek als je geen last wilt hebben van de drempel of het plafond. Stel je een onderhandse akte op, dan geldt wel een aantal eisen. Een dergelijke akte kun je downloaden vanaf de site van de Belastingdienst. Vul de zoekterm ‘overeenkomst periodieke giften’ in. Bereken wel of dit opweegt tegen het nadeel van de dalende tarieven in de komende jaren. Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%.
6. Maak je (klein)kinderen blij met een schenking
Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kun je je kinderen in 2019 belastingvrij € 5.428 schenken en je kleinkinderen of derden € 2.173.
Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar bestaat er een eenmalige verhoging van dit bedrag tot:
- € 26.040
- € 54.246 als het bedrag wordt gebruikt voor een studie
- € 102.010 als het bedrag wordt gebruikt voor een eigen woning
Let op!
De eenmalige schenking van € 102.010 ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Houd wel rekening met de voorwaarden van deze schenking.
Tip!
Schenk je nog in 2019, dan vermindert de schenking je vermogen in box 3, wat bij jou tot belastingbesparing leidt.
7. Verlaagde btw-tarief elektronische uitgaven
Het lage btw-tarief van 9% is onder meer van toepassing op boeken, kranten en tijdschriften. Vanaf 2020 zal het lage tarief ook gaan gelden voor boeken, kranten en tijdschriften die elektronisch ter beschikking worden gesteld. In beginsel kan dit resulteren in een prijsverlaging van 9%, indien de btw-verlaging volledig doorwerkt in de consumentenprijs.
8. Koop waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik nog dit jaar
Alle roerende zaken die je voor persoonlijke doeleinden gebruikt of verbruikt, hoef je niet op te geven in box 3. Bij roerende zaken kun je denken aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Ben je van plan binnenkort een dure aankoop te doen, zorg dan dat je deze aanschaf uiterlijk 31 december 2019 hebt gedaan en betaald. In de box 3-heffing per 1 januari 2020 zal dit vermogen dan niet worden meegenomen.
Let op!
Er geldt een antimisbruikmaatregel. Als de Belastingdienst namelijk aannemelijk kan maken dat je de zaken hoofdzakelijk ter belegging hebt gekocht, dan behoren deze zaken wel tot het vermogen in box 3. Ook als je deze zaken daarnaast persoonlijk gebruikt.
9. Beleg groen in box 3
Wil je je box 3-vermogen verlagen, denk dan ook eens aan groene beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling in box 3 van maximaal € 58.540 (bedrag 2019). Heb je een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor jou en je partner gezamenlijk zelfs het dubbele (€ 117.080). Ook een minderjarig kind heeft zelfstandig recht op deze vrijstelling. Naast de vrijstelling in box 3 heb je ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.
Let op!
De vrijstelling geldt niet voor de vermogenstoets in de toeslagen.
10. Einde boetevrij inkeren box 3
Als je inkomsten uit sparen en beleggen niet opgeeft in box 3, kun je hiervoor een navordering plus boete ontvangen. Je kunt dit jaar nog een boete voorkomen of verminderen door tijdig in te keren. Dit betekent dat je de inkomsten alsnog opgeeft binnen 2 jaar nadat je aangifte hebt gedaan of had moeten doen. Geef je de inkomsten na deze 2 jaar alsnog op, dan krijg je een lagere boete van 120%.
Deze ‘inkeerregeling’ geldt tegenwoordig niet voor inkomsten in box 3 die betrekking hebben op vermogen in het buitenland. Deze uitzondering gaat vanaf 2020 ook gelden voor binnenlandse vermogensinkomsten die zijn belast in box 3.
Tip!
Wil je alsnog boetevrij inkeren met betrekking tot verzwegen binnenlandse inkomsten in box 3? Doe dit dan nog in 2019. Op deze manier ontloop of verminder je een boete als de Belastingdienst de verzwegen inkomsten alsnog op het spoor komt.
11. Overweeg de oprichting van een spaar-bv/fonds
Heb je op dit moment veel spaargeld in box 3, overweeg dan de oprichting van een spaar-bv of een open fonds voor gemene rekening. Daar moet je dan vóór 31 december 2019 je spaargeld op storten. Zo mis je de peildatum van 1 januari 2020 in box 3.
De bv of het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen spaarrente in 2020 16,5% vennootschapsbelasting. Over het restant bij uitkering naar privé betaal je 26,25% belasting in box 2 van de inkomstenbelasting. Gecombineerd is dat zo’n 38% van de daadwerkelijk ontvangen spaarrente. Dat is vele malen minder dan de 0,5 tot 1,6% belasting die je over je spaarsaldi betaalt in box 3.
Het verschil in belastingheffing tussen spaargeld in box 3 en spaargeld in een bv/fonds bedraagt daarom algauw duizenden euro’s.
Let op!
Met een bv zijn oprichtingskosten gemoeid en ook kosten voor instandhouding. Bijvoorbeeld voor het jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. En om het spaargeld na verloop van tijd belastingvrij naar privé te halen, is een gang naar de notaris benodigd. Als je kiest voor de bv-variant is het belangrijk om deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen. Zo kun je bepalen of het geheel voor jou aantrekkelijk is.
Tip!
Een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat het spaargeld niet meer meetelt voor de vermogenstoets voor de toeslagen. Het spaargeld telt dan bovendien niet mee voor de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling.
12. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
Over je aanslag inkomstenbelasting 2019 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2020 een rente van 4%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dat je de hoge belastingrente verschuldigd bent en controleer of je voorlopige aanslag 2019 juist is. Is de aanslag te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.
Tip!
Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als je voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kun je niet meer ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag.
13. Cluster je zorgkosten
Zorgkosten zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Er geldt wel een drempel. Deze is afhankelijk van de hoogte van je inkomen. Hoe hoger je inkomen, hoe hoger de drempel. Alleen zorgkosten die boven de drempel uitstijgen, zijn aftrekbaar.
Het is daarom aantrekkelijk om zorgkosten, voor zover mogelijk, binnen een jaar te clusteren. Koop je bijvoorbeeld in 2019 een nieuw gehoorapparaat en laat je in 2020 je gebit renoveren, dan heb je in beide jaren te maken met de drempel. Dit levert meestal minder aftrek op dan wanneer je beide uitgaven in 1 jaar doet. Het betalingsmoment is beslissend voor het jaar van aftrek.
Tip!
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij hetzelfde inkomen de komende jaren waarschijnlijk minder oplevert. Haal zorgkosten dus naar voren als dat mogelijk is. Vanaf 2023 levert de aftrek zorgkosten immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%.
14. Cluster je giften
Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Ook voor giften geldt een drempel. Alleen het bedrag aan giften boven deze drempel is aftrekbaar. De drempel bedraagt 1% van je verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten, met een minimum van
€ 60. Voor giften geldt ook een plafond (maximum) van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.
Tip!
Je kunt giften over meerdere jaren beter clusteren, zodat je maar 1 jaar met de drempel te maken hebt. Kom je met je giften boven het plafond van 10% uit, dan is het juist beter om je giften over meerdere jaren te spreiden.
Tip!
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij eenzelfde inkomen de komende jaren minder oplevert. Haal aftrekbare giften dus naar voren als dat mogelijk is. Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%
Meer weten?
Wil je meer weten over deze eindejaarstips voor belastingplichtigen? Ga naar het contactformulier of neem contact op met je ondernemersadviseur.