Plafonds in de Meststoffenwet
In 2022 zijn de nationale mestproductieplafonds gelijkgesteld aan de mestproductie in 2020. Dit komt neer op 489,4 miljoen kg stikstof en 150,7 miljoen kg fosfaat.
Deze plafonds waren nog niet vastgelegd in de Meststoffenwet, maar daar wil Minister Adema per 2024 verandering in brengen. Dit is hij verplicht richting de Europese Commissie.
Vanaf 2025 moet de nationale mestproductie nog eens verder dalen met ongeveer 10%. De productieplafonds komen dan uit op 440 miljoen kg stikstof en 135 miljoen kg fosfaat.
Overschrijding fosfaatplafond
In 2023 blijven we met een verwachte mestproductie van 472,2 miljoen kg stikstof en 146,5 miljoen kg fosfaat onder de productieplafonds. Er zijn echter ook productieplafonds per sector vastgesteld. Hiervan wordt het fosfaatplafond door de melkveehouderij met 1% overschreden.
Sectorale plafonds
Het ministerie zal de nieuw vastgestelde productieplafonds (opnieuw) verdelen over de sectorale plafonds. Per 1 januari 2025 moet de mestproductie per sector onder deze plafonds liggen om aan de nationale verlaging te voldoen.
Aanvullende maatregelen?
Minister Adema bekijkt wat het effect van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) op deze verlaagde plafonds is, maar sluit aanvullende maatregelen niet uit. Hij heeft het dan over een verhoging van het afromingspercentage bij de overdracht van fosfaatrechten.
Verder wordt de fosfaatbank voorlopig nog niet opengesteld. Een generieke korting op fosfaatrechten wil hij het liefst voorkomen.
Meer weten?
Wil je meer weten over de nieuwe mestproductieplafonds? Spar erover met je Countus-adviseur.