Beregenen: bedrijfseconomische uitdaging
In de akkerbouw draait het bedrijfseconomisch gezien om het halen van goede (financiële) gewasopbrengsten. Daarmee creëer je marge en dus financiële ruimte voor vervangingsinvesteringen. Zo kun je bouwen aan het doel dat is gesteld. Bijvoorbeeld het laten groeien van de onderneming of bedrijfsoptimalisatie.
Het behalen van een goede (financiële) opbrengst lijkt een (haast vanzelfsprekend) duidelijk doel. Maar het telen van gewassen betekent ondernemen in de natuur. En dat brengt teeltrisico’s met zich mee die het behalen van een goede opbrengst nog wel eens in de weg kunnen staan. Ongeacht je kennis, ervaring en inspanning.
Verschil in waterbehoefte
Naast andere teeltrisico’s lijkt de watervoorziening een belangrijker aandachtspunt te worden. Er is een verschil in waterbehoefte wanneer we kijken naar de bekende akkerbouwgewassen. Bij de (volle)grondgroentes is teelt zonder beregeningsmogelijkheden een grote uitdaging. Naast de waterbehoefte in een droog groeiseizoen is in een stadium voor het groeiseizoen vocht na zaaien voor opkomst over het algemeen cruciaal.
Voor bloembollen is de mogelijkheid om te beregenen al bijna een voorwaarde. Ook voor aardappelen is beregenen een logische toevoeging. In zeer recente teeltjaren maakt 2018 wel duidelijk dat beregenen meerwaarde biedt in het saldo. In 2020 moet dat nog duidelijk worden.
‘Kosten voor de baten’
De kost gaat voor de baat uit is een uitspraak die zeker van toepassing is op beregenen. Wie over beregenen praat, heeft het al snel over de extra kosten. Denk aan de installatiekosten (afschrijving, verzekering en onderhoud), brandstofkosten en arbeid. De vuistregel is dat beregenen € 100 per 10 mm beregenen kost. Daar kom je wel aan als je uitgaat van nieuwe beregeningshaspels, toevoerpompen en toebehoren. Bij een gebruikte installatie kunnen de kosten ook tussen de € 70 en de € 90 uitkomen. Het gaat hierbij echter om gemiddelden. Uiteraard is ook het bouwplan en daarmee de gebruiksfrequentie een bepalende factor.
Om deze kosten op te kunnen vangen, moet je door te beregenen een hogere kilo-opbrengst behalen dan bij het niet beregenen (of met gelijke kilo’s een hogere opbrengstprijs). Hiervoor is gekeken naar de gemiddelde opbrengsten in kilo’s, de prijs, en daarmee dus naar de financiële opbrengst per hectare van de afgelopen 5 jaar. Voor de kosten is gekozen voor € 9 per mm.
Opbrengsten |
|||||
Poot-aardappelen |
Consumptie-aardappelen |
Gele uien |
Rode uien |
Peen |
|
kg/ha |
45.700 |
52.204 |
65.630 |
59.740 |
81.457 |
€/100 kg |
29,71 |
15,24 |
13,85 |
21,58 |
15,72 |
Geldopbrengst |
€ 13.577 |
€ 7.956 |
€ 9.090 |
€ 12.892 |
€ 12.805 |
Kosten beregenen |
|||||
Kosten per mm |
€ 9 |
€ 9 |
€ 9 |
€ 9 |
€ 9 |
Aantal mm |
140 |
100 |
120 |
120 |
100 |
Kosten per ha |
€ 1.260 |
€ 900 |
€ 1.080 |
€ 1.080 |
€ 900 |
Scenario 1: extra kilogrammen benodigd |
|||||
4.241 |
5.906 |
7.798 |
5.005 |
5.725 |
|
Scenario 2: extra productprijs benodigd |
|||||
2,76 |
1,72 |
1,65 |
1,81 |
1,10 |
Het overzicht spreekt voor zich. Op z’n minst moet 1 van genoemde scenario’s zich voordoen om de kosten te kunnen dekken. Wanneer bij droogte geen sprake is van een betere productprijs, moet het beregenen toch echt meer kilo’s opbrengen dan het gemiddelde voor dat droge jaar bij het niet beregenen.
Wanneer extra kilogrammen niet mogelijk zijn, blijkt de afzet des te belangrijker. Daarnaast geldt voor pootaardappelen en uien dat beregenen ook bij kan dragen in de grofte van het product. Door te beregenen in het juiste stadium kan bij pootgoed meer tal binnen de gewenste maat vallen door goede knolzetting en bij uien helpt dit voor de algehele grofte van het gewas. Beide gevallen zullen ten gunste komen in een verbetering van de financiële hectareopbrengst.
In de meer extreme jaren (met als voorbeeld 2018) zijn in sommige gevallen beide scenario’s werkelijkheid geworden. Door beregenen was het verschil in kilo’s tussen beregenen en niet beregenen heel duidelijk zichtbaar. En met hoge opbrengstprijzen worden die extra kilo’s goed betaald. Beregenen heeft in 2018 dus echt het verschil kunnen maken.
Kwaliteit water
Helaas kan er niet overal gebruik gemaakt worden van het beschikbare water. In grote delen van Noord-Nederland zit de bruinrotbacterie in het oppervlaktewater en mogen de pootaardappelen niet beregend worden. Dat is bijvoorbeeld in Noord-Friesland en Noord-Groningen het geval.
In andere gebieden is het water te zout om te kunnen beregenen. Daarnaast is de beschikbaarheid van water soms een spelbreker in de meer extreme jaren. Ook dit jaar beslist men in sommige regio’s al vroeg in het groeiseizoen over onttrekkingsverboden.
Alternatief
Met beregenen heb je meer mogelijkheden om te schakelen tussen meerdere gewassen, waarbij dan ook gewassen kunnen worden geteeld. Het lijkt al met al wel een pleidooi voor beregenen. Maar wat zijn de alternatieven? Kun je op een andere manier de afhankelijkheid van regenwater verminderen? Ja dat kan. Deels wel te verstaan.
Gewaskeuze
De gewaskeuze is er 1. Een andere mogelijkheid is om de bewortelingsdiepte te verbeteren door structuurverbetering. Het verhogen van het organische stofgehalte en de aanvoer van vers organisch materiaal helpt ook. Organische stof houdt water vast en kan samen met een goede beworteling leiden tot een langere overbrugging van een periode met een tekort aan regenwater.
Uitbesteden
Er zijn ondernemers die principieel niet beregenen, omdat ze het bijvoorbeeld een te grote aanslag vinden hebben op het aantal beschikbare uren binnen het bedrijf en er een te groot beslag wordt gedaan op de beschikbare tijd voor privézaken. Je moet dan echter wel sterk in je schoenen staan als je een paar jaar achter elkaar met erg tegenvallende opbrengsten komt te zitten. Met vrije gewassen kun je het dan treffen dat er een tekort is aan product en de prijs de tegenvallende opbrengst compenseert.
Meer weten?
Wil je meer weten over beregenen? Neem contact op met een Countus-adviseur. We helpen je graag!