Aanvullende gegevens voor alle landbouwers
Vanaf 2025 moeten alle landbouwbedrijven aanvullende gegevens over hun mestvoorraden doorgeven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dus ook akkerbouw-, tuinbouw- en gemengde bedrijven. Én bedrijven die geen derogatie gebruiken. Door strengere regels rond stikstofgebruik wordt een goede voorbereiding nóg belangrijker.
Welke gegevens moet je doorgeven?
Tussen 1 januari en 31 januari 2025 geef je de volgende gegevens door:
- Eindvoorraden per mestsoort, inclusief stikstof- en fosfaatgehaltes.
- Aanvoer en afvoer van andere, niet-dierlijke mest (bijv. slib, compost, kunstmest).
- Het gemiddelde aantal dieren per soort en hun aan- en afvoer (niet geregistreerd via I&R).
Zorg dat je nú al voorbereidingen treft, zodat je deze gegevens op tijd kunt aanleveren.
Verdere afbouw van derogatie
De derogatie wordt in 2025 verder afgebouwd. De stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest daalt naar:
- 190 kg per hectare in NV-gebieden
- 200 kg per hectare in de rest van Nederland
Dit betekent een flinke daling ten opzichte van 2024, met 20-30 kg per hectare minder. Vanaf 2026 geldt overal een norm van 170 kg per hectare.
Deze veranderingen zetten de mestmarkt verder onder druk. Daarom heeft het ministerie van LVVN gezocht naar manieren om extra ruimte op die markt te creëren. Dat doet het ministerie door middel van stoppersregelingen, het innemen van productierechten bij overdracht, een aanpassing van derogatievrije zones én van gasvormige verliezen.
Verlaging stikstofgebruiksnorm in NV-gebieden
In 2025 krijgen alle NV-gebieden een korting van 20% op de totale stikstofgebruiksnorm. Hierdoor moeten landbouwers keuzes maken: laten ze de korting ten laste gaan van dierlijke mest of kunstmest? Dit heeft gevolgen voor opbrengsten en kwaliteit en zal voor akkerbouwers anders uitpakken dan voor veehouders.
De korting op de gebruiksruimte gaat bijna overal zorgen voor lagere opbrengsten in droge stof en kwaliteit per hectare geoogst product. Uit analyses van Countus blijkt dat een lagere bemesting met name droge stofopbrengst gaat kosten en dat het kwaliteitsverlies in veel gevallen beperkt kan blijven.
Hoe beperk je de schade?
- Stel een goed bemestingsplan op.
- Zorg dat stikstof op het juiste moment en in de juiste samenstelling wordt toegediend.
Zo minimaliseer je het verlies in droge stofopbrengst en behoud je de kwaliteit van je gewassen. Met de lagere bemestingsnorm is het extra belangrijk dat iedere kilogram stikstof op het juiste moment en in de juiste samenstelling op het gewas komt zodat je het opbrengstverlies minimaliseert.
Aanpassing afromingspercentage productierechten
- Om meer ruimte op de mestmarkt te creëren, wordt het afromingspercentage bij overdracht van productierechten buiten de familie verhoogd:
- 22% bij varkens.
- 13% bij pluimvee.
- 30% bij fosfaatrechten melkvee.
Bij overdracht binnen de familie is geen afroming van toepassing. Ook blijft afromingsvrije lease van maximaal 100 kg fosfaatrechten per jaar mogelijk.
Aanpassing derogatievrije zones
De derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden worden kleiner. De afstand van 250 meter wordt verlaagd naar 100 meter. Hierdoor komt er ongeveer 230.000 kg extra stikstofruimte beschikbaar. Het effect op de mestmarkt blijft echter klein omdat er door de eerder beschreven maatregelen bijna 30 miljoen kg minder stikstofruimte zal zijn in 2025.
Aanpassing gasvormige verliezen
Melkveebedrijven krijgen te maken met een aanpassing in de dierlijke excretietabel. Deze wijziging houdt rekening met hogere gasvormige verliezen en zorgt voor circa 5 miljoen kg extra stikstofruimte.
Dit betekent voor jou:
- Bedrijven zonder bex profiteren van lagere excretienormen van circa 4%.
- Bedrijven met een melkproductie boven 10.625 kg per koe per jaar hebben het meeste voordeel.
Let op: de fosfaatnormen blijven ongewijzigd.
Meer weten?
Wil je meer weten over deze wijzigingen en hoe je jouw bedrijf hierop kunt voorbereiden? Neem dan contact op met een adviseur van Countus. We helpen je graag!